Libre Service vmbo-t/h 1 U6 woordjes en zinnen (deel 1)
1 / 22
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
les pâtes
A
het brood
B
de pasta
C
de groentes
D
de kip
Slide 2 - Quiz
le lait
A
de melk
B
het ei
C
het brood
D
het water
Slide 3 - Quiz
la viande
A
de vis
B
het vlees
C
de kip
D
het ei
Slide 4 - Quiz
le fromage
A
het pak(je)
B
het bolletje
C
de rijst
D
de kaas
Slide 5 - Quiz
pour moi
A
als drankje
B
ik weet het
C
voor mij
D
honger hebben
Slide 6 - Quiz
le pain au chocolat
A
de warme chocolademelk
B
het chocoladebroodje
C
het drankje
D
de sandwich
Slide 7 - Quiz
l'oeuf
A
het brood
B
de rijst
C
het ei
D
het water
Slide 8 - Quiz
la tartine
A
de boterham
B
het pak(je)
C
het bolletje
D
de lunch
Slide 9 - Quiz
je regrette
A
ik weet het
B
boodschappen doen
C
het spijt me
D
alsjeblieft/alstublieft
Slide 10 - Quiz
l'entrée
A
de ingang
B
het ontbijt
C
het toetje
D
het voorgerecht
Slide 11 - Quiz
avoir soif
A
honger hebben
B
dorst hebben
C
eten
D
drinken
Slide 12 - Quiz
le petit-déjeuner
A
het ontbijt
B
de lunch
C
het hoofdgerecht
D
de supermarkt
Slide 13 - Quiz
l'eau
A
het pak(je)
B
het brood
C
de yoghurt
D
het water
Slide 14 - Quiz
peu
A
een beetje
B
weinig
Slide 15 - Quiz
beaucoup
A
geen, niet
B
veel
Slide 16 - Quiz
une bouteille
A
een fles
B
een beetje
Slide 17 - Quiz
un verre
A
een liter
B
een glas
Slide 18 - Quiz
C'est tout.
A
Dat is lekker.
B
Dat is alles.
Slide 19 - Quiz
Et avec ça?
A
Anders nog iets?
B
Hoe duur is dat?
Slide 20 - Quiz
Comme dessert, je prends du yaourt.
A
Als toetje neem ik yoghurt.
B
Bij het ontbijt eet ik brood.
