Libre Service vmbo-t/h 1 U6 woordjes en zinnen (deel 2)
1 / 21
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
manger
A
betalen
B
drinken
C
boodschappen doen
D
eten
Slide 2 - Quiz
les légumes
A
de groentes
B
het fruit
C
de boontjes
D
het drankje
Slide 3 - Quiz
la fraise
A
het bolletje
B
de aardbei
C
het pakket
D
de vrucht
Slide 4 - Quiz
le poisson
A
de kip
B
het brood
C
de vis
D
het vlees
Slide 5 - Quiz
je sais
A
ik ben
B
het spijt me
C
ik heb honger
D
ik weet het
Slide 6 - Quiz
la boisson
A
de lunch
B
het drankje
C
de melk
D
het bolletje
Slide 7 - Quiz
rôti
A
alsjeblieft
B
drinken
C
gegrild
D
jakkes
Slide 8 - Quiz
le plat principal
A
het hoofdgerecht
B
het voorgerecht
C
het diner
D
het ontbijt
Slide 9 - Quiz
le poulet
A
het worteltje
B
het vlees
C
het brood
D
de kip
Slide 10 - Quiz
le déjeuner
A
het toetje
B
het avondeten
C
de lunch
D
het ontbijt
Slide 11 - Quiz
les haricots verts
A
het worteltje
B
de boontjes
C
het worstje
D
het fruit
Slide 12 - Quiz
avoir faim
A
eten
B
drinken
C
honger hebben
D
dorst hebben
Slide 13 - Quiz
le chocolat chaud
A
de chocoladereep
B
het chocolade broodje
C
als drankje
D
de warme chocolademelk
Slide 14 - Quiz
le riz
A
de koffie
B
de thee
C
de rijst
D
het ei
Slide 15 - Quiz
ne ... pas
A
hoeveel
B
geen
Slide 16 - Quiz
un peu
A
een beetje
B
een fles
C
weinig
Slide 17 - Quiz
une bouteille
A
een glas
B
een fles
Slide 18 - Quiz
C'est bon.
A
Dat is lekker.
B
Dat is alles.
Slide 19 - Quiz
Qu'est-ce que tu aimes manger?
A
Wat eet je graag?
B
Hoe duur is dat?
Slide 20 - Quiz
Au petit-déjeuner, je mange du pain.
A
Ik wil graag twee stokbroden.
B
Bij het ontbijt eet ik brood.
