10-10-2024 H3

Grammatik
  • Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp
  • Wat is het onderwerp in een zin?
  • Wat is het lijdend voorwerp in een zin?
  • Wat is het meewerkend voorwerp in een zin?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatik
  • Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp
  • Wat is het onderwerp in een zin?
  • Wat is het lijdend voorwerp in een zin?
  • Wat is het meewerkend voorwerp in een zin?

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijk vnw - meewerkend vw
  • Wie kent het rijtje nog?
  • Persoonlijk vnw als meewerkend voorwerp (3e naamval)
  • Dativ

Slide 2 - Diapositive

Persoonlijk vnw - meewerkend vw
ich - mir
du - dir
er/sie/es - ihm/ihr/ihm
wir - uns
ihr - euch
sie - ihnen
Sie - Ihnen

Slide 3 - Diapositive

Voorzetsels met de 3e naamval

  • Wie kent de voorzetsels nog met de 3e naamval? (Dativ)

Slide 4 - Diapositive

Voorzetsels met de 3e naamval
  • aus
  • bei
  • mit
  • nach
  • seit
  • von
  • zu
  • gegenüber

Slide 5 - Diapositive

Het herkennen in de zin
Naast de vaste voorzetsels moet je de zin soms ontleden.
  • Onderwerp: Wie/Wat + gezegde?
Wie gaat? > ik > ich
  • Lijdend voorwerp: Wie/Wat + gezegde + onderwerp?
Wie opereert de dokter? > mij > mich
  • Meewerkend voorwerp: Aan/voor wie/wat + gezegde + onw?
Aan wie geeft de dokter? > aan mij > mir

Slide 6 - Diapositive

Üben
Wat: Maak opdracht E23 t/m E29 (S68-)
Hoe: Je mag zachtjes overleggen met je buur
Hulp: Vraag? Steek je hand op
Tijd: 15 minuten
Klaar: Ga aan de slag met het huiswerk
Leer de grammatica of de woordjes

Slide 7 - Diapositive

Nakijken
Kijk de antwoorden goed na!

Slide 8 - Diapositive

Fragen?
Zijn er nog vragen / opmerkingen?

Slide 9 - Diapositive

Hausaufgaben
Maken:
  • D15b (vraag 5 t/m 8), c, D16 en D17
  • E23 t/m E29
Leren:
  • Het been t/m slapen N-D
  • der Auftritt t/m etwas überwinden D-N
  • Hehalen: persoonlijk vnw in de 1e en 4e naamval

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive