Dagbesteding - Hoofdstuk 3 (les 9)

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Thema 1 

H 3.4 

18 januari 2020

huiswerk 18 januari

1. Thiemen Meulenhoff leren boek: blz 49 t/m 54

2. Digitale opdrachten af van H 1, 2 en 3

3. studievragen H 3 maken en inleveren ( en je maakt t voor       jezelf: docent kijkt t niet na) zie opdrachten kanaal

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblik
• 3.4 Beroepskracht MZ en dagbesteding
• Aan de slag & huiswerk
• Afsluiting  

Lesdoelen 

• Aan het einde van de les kan de student vertellen welke kernkwaliteiten er van een beroepskracht MZ verwacht worden. 
• Aan het einde van de les  kan de student uitleggen welke vaardigheden  je nodig hebt om te werken in het werkveld.

Wat is vraaggericht werken?

Wat betekent vraaggericht werken voor de Beroepskracht MZ?

1. Goed luisteren, kijken naar signalen en vragen van de cliënt.
2. Brengt wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt in kaart.
3. Laat zich leiden door de eigen normen en waarden.
4. Kan zich niet inleven in de cliënt.

A. Leg uit wat een hulpvraag is.
B. Leg uit wat de impliciete hulpvraag is.

wat zijn kernkwaliteiten eigenlijk?

Welke (kern)kwaliteiten zijn volgens jou belangrijk als beroepskracht MZ?

Kernkwaliteiten 

• Creativiteit en scheppingsvermogen
• Genuanceerdheid en diplomatie
• Doelmatigheid en pragmatisme
• Inlevingsvermogen en harmonie  

Ook uitleggen wat kernkwaliteiten zijn!

Kwaliteiten komen van binnenuit. 

Welke kernkwaliteit(en) van de identiteit van de beroepskracht MZ heb jij terug zien komen in het filmpje waarin Daan verteld over zijn werk?

Lees bladzijde 50 van je boek en beantwoord de vraag.

Vaardigheden van een beroepskracht  

• Cognitieve component

          - kennis, reden, doel, hoe een handeling uitgevoerd moet  worden.  

• Motorische component

         - gedragspatroon

• Sociaalpsychologische component

         - durf en zelfvertrouwen

• Handelingscomponent  

         - zorgvuldig, snel en flexibel 

Vaardigheden komen van buitenaf. 

Sociaal psychologische component is:

1. De kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet.
2. Het uitvoeren van de handeling is automatisme.
3. Je durft de handeling in de praktijk toe te passen
4. Je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Vaardigheden van een beroepskracht

• Agogische vaardigheden
• Ambachtelijke vaardigheden 
• Strategische vaardigheden 
• Methodische vaardigheden 

Huiswerk

• Digitale leeromgeving: opdracht  3 van niveau 3 & 4
• Verwerkingsopdracht Teams  zie opdrachten dagbesteding.

Verwerkingsopdracht over 3.4 & 3.5 

Noem 2 van de 4 kernkwaliteiten van de beroepskracht MZ

Welke uitspraak gaat over de methodische vaardigheden?

1. Het gaat over de professionele relatie die je aangaat met de cliënt.
2. Het gaat over muzische, theatrale, sportieve en creatieve middelen die je inzet voor je cliënt.
3. Je kunt uitleggen wat je werk is.
4. Bewust en planmatig werken.