Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
le programme de mardi
révision grammaire H: bijvoeglijk naamwoord
questions?
corriger exercice 31 et 32
Slide 1 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord
In het Nederlands 2 vormen, bijv. klein en kleine
In het Frans 4 vormen!
klein = petit
un petit garçon une petitefille
deux petitsgarçons deux petitesfilles
Dus: vrouwelijk+ E, meervoud + S
Slide 2 - Diapositive
Uitzonderingen (1)
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e, dan krijgt het géén extra -e bij de vrouwelijke vorm:
un garçon calme une fille calme
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -s, dan krijgt het géén extra -s bij mannelijk meervoud:
un garçon français une fille française
deux garçons français deux filles françaises
Slide 3 - Diapositive
Uitzonderingen (2)
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben onregelmatige vormen. Deze moet je uit je hoofd leren. Het zijn er veel maar jullie hoeven er nu maar 3 te weten:
Slide 4 - Diapositive
Uitzonderingen (2)
mooi = un beau garçon une belle fille
les beaux garçons les bellesfilles
nieuw = un nouveau garçon une nouvelle filles
les nouveauxgarçons les nouvellesfilles
oud= un vieux copain une vieille copine
les vieux copains les vieillescopines
Slide 5 - Diapositive
Vous avez des questions?
Slide 6 - Diapositive
corriger exercice 31B (page 37)
Jules est drôle. Juliette est drôle. > géén extra E
Olivier est français. Olivia est française.
Gabriel est intelligent. Gabrielle est intelligente.
Alexandre est calme. Alexandra est calme. > géén extra E
Paul est triste. Pauline est triste. > géén extra E