Les 2

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Jorrit	Roos W
Dewi	Brendan
Melroy	Romy
Iza	Lenn

Tyrese	Sidney
Jaylinn	Dennis
Daan	Myrthe
Roos M	Noah

Mark	Jayden
Erdem	Chalina
Maelya	Jonny
Daniek	Julia

kauwgom

kauwgom in de prullenbak

mobiel in de telefoontas

Geld en economie

2^e klas

Geld en economie

Welke uitspraken zijn juist?

• geld kan van een heleboel materialen gemaakt zijn
• geld is een handig ruilmiddel
• geld moet zijn waarde in de toekomst behouden
• met geld kun je sparen, betalen, ruilen of rekenen

2^e klas

Opdracht 1

Ze zijn alle vier juist

Geld en economie

Als je geld op je rekening laat staan, heb je na een aantal jaar meer geld. Dan gebruik je geld als een SPAAR middel.

Je gaat naar een schoenenwinkel en koopt sneakers. Je hebt geld nu gebruikt als een BETAAL/RUIL middel.

2^e klas

Opdracht 2

Geld en economie

2^e klas

Opdracht 3

Het briefje van 20 komt 

uit Suriname.

Het briefje van 2000 komt uit Japan.

Geld en economie

Officiële euroteken is afbeelding 3

2^e klas

Opdracht 4

Geld en economie

De volgende landen hebben de euro als valuta:

2^e klas

Opdracht 5

Spanje

Groot-Brittanië

Zweden

Italië

Zwitserland

Tsjechië

Turkije

Finland

België

Slowakije

Malta

Ierland

Geld en economie

Groot-Brittanië heeft Ponden

Zweden heeft Zweedse-Kronen

Zwitserland heeft Zwitserse-Franken

Tsjechië heeft Tsjechische-Kronen

Turkije heeft de Turkse-Lira

2^e klas

Opdracht 6

Geld en economie

 € 11,45

 € 16.459,-

 € 1,19

 € 2,20

 € 1,50

 € 3,67

2^e klas

Opdracht 7

Geld en economie

Op de Europese kant van de munt staan:

• B  een cijfer
• C  het eurogebied
• de 12 sterren van de Europese Unie 

2^e klas

Opdracht 8

Geld en economie

Voordelen euro:

je hoeft niet meer om te rekenen

gezamenlijke band

geld wisselen hoeft niet meer

Dus antwoord C

2^e klas

Opdracht 9

Geld en economie

De Europese Centrale Bank regelt alles met betrekking tot de euro.

Antwoord C is juist

2^e klas

Opdracht 10

Geld en economie

Kenmerken goed betaalmiddel:

• waarde blijft gelijk
• met een goed betaalmiddel kun je veilig betalen

Antwoord B is juist

2^e klas

Opdracht 11

Geld en economie

De totale waarde van alle euromunten bij elkaar opgeteld:

€ 2,- + € 1,- + € 0,50 + € 0,20 + € 0,10 + € 0,05 + € 0,02 + € 0,01

= € 3,88

2^e klas

Opdracht 12

Geld en economie

EUR 1 = NLG 2,20371  

Gevraagd hoeveel euro is er bij 1 gulden

dus EUR? = NLG 1

2^e klas

Opdracht 13

NLG

Nederlandse Gulden

(die was er voor de euro)

om van 2,20371 naar 1 te gaan moet je dus delen door 2,20371.

Je moet dus ook de ene euro hierdoor delen!

Het antwoord is dan 0,45378022

Wat afgerond EUR 0,45 wordt.

Geld en economie

Les 2: geld moet rollen

2^e klas

ECB

Europese Centrale Bank

Alle nationale banken van alle eurolanden werken samen, deze bank staat in Duitsland.

DNB

De Nederlanse Bank

Centrale bank van ons land, bank voor de banken.

Geld en economie

Taken DNB

• zorgen voor eurobankbiljetten
• toezicht houden
• zorgen voor prijsstabiliteit

2^e klas

toezicht houden op alle banken, pensioenfondsen en verzekeraars

Geld en economie

Echtheidskenmerken bankbiljetten:

2^e klas

Als je het biljet tegen het licht houdt, zie je het watermerk, de veiligheidsdraad en het doorzichtregister.  

Aan de voorzijde zie je ook de veranderende afbeelding in het foliehologram.

Geld en economie

Betaalrekening

2^e klas

voordelen

• geld is veilig
• overzichtelijk
• geeft soms wat rente

betalen

• met een pinpas
• met een acceptgiro
• met een machtiging
• met internetbankieren

Geld en economie

Rente

2^e klas

beloning

als je geld spaart bij een bank ontvang je daar rente over

betalen

als je geld leent bij een bank kost je dat geld, de bank vraagt hier een vergoeding voor. Dit noem je ook rente.

Geld en economie

Betalen

2^e klas

Acceptgiro

Uitnodiging om rekening te betalen. Gegevens zijn al ingevuld, alleen een handtekening is nog nodig. Kan ook via online bankieren betaald worden.

Machtiging

Toestemming om (meerdere keren) geld van je rekening te halen.

Internet

iDEAL, PayPal, AfterPay, Tikkie

Geld en economie

Betalen

2^e klas

• Contactloos betalen
• Betalen met acceptgiro
• Betalen met een machtiging

tijd voor de opdrachten

2^e klas

Geld en economie

2^e klas

Geld en economie

Drie taken DNB?

• A zorgen voor voldoende en schone eurobankbiljetten
• C zorgen voor prijsstabiliteit
• D toezicht houden op banken, pensioenfondsen en verzekeraars

2^e klas

Opdracht 1

Geld en economie

Schelpjes zijn een beter betaalmiddel dan graan omdat

D schelpjes niet bederven

2^e klas

Opdracht 2

Geld en economie

Bij DNB worden elke dag miljoenen biljetten gesorteerd.

Antwoord C is juist

2^e klas

Opdracht 3

Geld en economie

1 = voelbare inkt

Antwoord B is juist

2^e klas

Opdracht 4

Geld en economie

1 = voelbare inkt

2 = watermerk

3 = lichteffect

4 = hologram

2^e klas

1

2

3

4

Geld en economie

Belangrijke onderdelen van het overzicht van je betaalrekening:

A   Saldo

C   Alle inkomsten

D   Alle uitgaven   

2^e klas

Opdracht 5

Geld en economie

Waarom willen winkeliers dat klanten pinnen?

A   winkeliers krijgen rente zodra geld op de rekening staat

B   een winkelier hoeft dan minder vaak geld te tellen en geld bij 

      een bank te storten. Scheelt dus tijd, en tijd = geld 

2^e klas

Opdracht 6

Geld en economie

Voordelen betalen met een pinpas:

• A   je hebt geen contant geld nodig
• B   je geld raakt niet gemakkelijk zoek
• E   je geld kan niet gestolen worden

2^e klas

Opdracht 7

Geld en economie

Als je geld overmaakt via internet hoef je niet in te vullen:

E   geboortedatum

2^e klas

Opdracht 8

Geld en economie

De Nederlandse Bank geeft geen biljetten meer uit van

omdat ze vaak worden gebruikt voor criminele activiteiten als witwassen en drugshandel. Bij de handel in drugs gaat het vaak om grote bedragen, waarbij het handiger is om 500 eurobiljetten te gebruiken, dan bijvoorbeeld die van 50 euro.

2^e klas

Opdracht 9

Geld en economie

De totale waarde van alle eurobankbiljetten bij elkaar opgeteld:

€ 5,- + € 10,- + € 20,- + € 50,- + € 100,- + € 200,- + € 500,- 

= € 885,-

2^e klas

Opdracht 10

Geld en economie

Eigen antwoord

2^e klas

Opdracht 11

Geld en economie

a) Waar kun je niet pinnen: fruitstalletjes langs de weg, andere kraampjes langs de weg, snoepautomaat school.

b) Voordeel contactloos betalen: snel, geen pincode.

c) Pintransacties 2017: 4,3 miljard transacties - 400 miljoen = 3,9 miljard

d) Nadeel steeds minder contant geld: het overzicht wat je te besteden hebt is voor sommige lastig, we kunnen steeds minder goed met geld omgaan.

e) Geldmaat is gekomen: er is minder contant geld nodig, daarom werken de banken samen en is dit dus beter (handiger) voor de klanten.

2^e klas

Opdracht 12