Woordenboekles - 31052023

Woordenschat

Woordenboek

1H1
17 februari 2021

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat

Woordenboek

1H1
17 februari 2021

Slide 1 - Diapositive

Nakijken opdracht 6 (wo-schat)

Slide 2 - Diapositive

Nakijken opdracht 7 (wo-schat)

Slide 3 - Diapositive

Nakijken opdracht 8 (wo-schat)

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je: de 5 woordraadstrategieën
  • synoniem
  • voorbeeld
  • omschrijving
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel 
5 manieren om de betekenis van een woord in de tekst vinden.

Slide 5 - Diapositive

Woordenboek
Vind je de betekenis niet met een strategie? Gebruik dan een (online) woordenboek.

Zoek bij:
- het hele werkwoord: bevestigt -> bevestigen, gereserveerd -> reserveren
- het enkelvoud: adviezen -> advies
- de korte vorm: actieve -> actief
- een deel van de samenstelling: verkeersslachtoffer -> slachtoffer

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1 (blz. 155)
Welke vorm gebruik je om te zoeken in het woordenboek?

1. De schaafwond op Eliza's arm genas gelukkig snel.
2. De gemeente organiseert een informatieve bijeenkomst over de nieuwe sporthal.
3. De gezondheidsraad heeft de nieuwe schijf van vijf gepubliceerd.
4. Thomas eet speciaal brood, want hij heeft een glutenallergie.
informatief
genezen
publiceren
allergie

Slide 7 - Diapositive

Nakijken opdracht 2 -1
woord
zoekwoord
betekenis
1 radicaal
2 omgegooid
3 sportfanaten
4 duo
5 pleit
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Nakijken opdracht 2 -2
woord
zoekwoord
betekenis
6 verbannen
7 voorkomen
8 geslaagd
9 in je opnemen
10 geïntroduceerd

Slide 9 - Diapositive

PLENDA
7 juni: NL (M): p. 155-156, opdr. 4 en 6

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Woordbetekenissen opzoeken in een woordenboek.

Er zijn 5 woordraadstrategieën -> kun je die niet gebruiken voor het vinden van een woordbetekenis? -> gebruik het woordenboek.

Hoe zoek je?
Het hele werkwoord, de korte vorm van het woord, het enkelvoud van het woord, een deel van de samenstelling.

Slide 11 - Diapositive