210217_1H2_woordenschat / woordenboek

Is het gelukt met het huiswerk?

We gaan de vragen bespreken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Is het gelukt met het huiswerk?

We gaan de vragen bespreken

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat

Wat doe je als je een woord niet weet en de betekenis niet uit de tekst kunt halen?



Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • de 5 woordraadstrategieën 
  • uitleg: woordenboek
  • samen opdracht maken
  • zelf aan het werk
  • samen nakijken
  • wat hebben we geleerd?


Slide 3 - Diapositive

De 5 woordraadstrategieën
Er zijn vijf manieren om de andere woorden uit de tekst te gebruiken om de betekenis van een woord te vinden..
1. synoniem
2. ....
3. ....
4. ....
5. ....
5 manieren om de betekenis van een woord in de tekst vinden.

Slide 4 - Diapositive

Er zijn vijf manieren om de andere woorden uit de tekst te gebruiken om de betekenis van een woord te vinden..
Behalve synoniem zijn er nog 4. Schrijf ze op.

Slide 5 - Question ouverte

De 5 woordraadstrategieën
  • synoniem
  • voorbeeld
  • omschrijving
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel 
5 manieren om de betekenis van een woord in de tekst vinden.

Slide 6 - Diapositive

Lukt het niet met de strategieën, gebruik dan een.....

Slide 7 - Question ouverte

Woordenboek
Vind je de betekenis niet met een strategie? Gebruik dan een (online) woordenboek.

Zoek bij:
- het hele werkwoord: bevestigt -> bevestigen, gereserveerd -> reserveren
- het enkelvoud: adviezen -> advies
- de korte vorm: actieve -> actief
- een deel van de samenstelling: verkeersslachtoffer -> slachtoffer

Slide 8 - Diapositive

Uitleg Noordhoff

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1 
Welke vorm gebruik je om te zoeken in het woordenboek?

1. De schaafwond op Eliza's arm genas gelukkig snel.
2. De gemeente organiseert een informatieve bijeenkomst over de nieuwe sporthal.
3. De gezondheidsraad heeft de nieuwe schijf van vijf gepubliceerd.
4. Thomas eet speciaal brood, want hij heeft een glutenallergie.
informatief
genezen
publiceren
allergie

Slide 10 - Diapositive

welke woorden zoek je in het woordenboek bij: genas, informatieve, gepubliceerd, glutenallergie

Slide 11 - Question ouverte

Startopdracht
1. Wat wordt bedoeld met bedrukt?

2. Welke betekenis kan bedrukt nog meer hebben?

3. Noem nog een woord met meerdere betekenissen.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2: noteer het goede zoekwoord (kan ook hetzelfde blijven)
woord
zoekwoord
1 radicaal
2 omgegooid
3 sportfanaten
4 duo
5 pleit

Slide 13 - Diapositive

noteer de goede zoekwoorden voor
radicaal, omgegooid, sportfanaten, duo, pleit

Slide 14 - Question ouverte

Opdracht 2: zoek van deze woorden de betekenis in het woordenboek
woord
zoekwoord
betekenis
1 radicaal
radicaal
2 omgegooid
omgooien
3 sportfanaten
fanaat
4 duo
duo
5 pleit
pleiten

Slide 15 - Diapositive

welke betekenissen zie je bij het woord duo?

Slide 16 - Question ouverte

en het woord fanaat?

Slide 17 - Question ouverte

nog eentje: pleiten; de tweede betekenis

Slide 18 - Question ouverte

Nakijken opdracht 2
woord
zoekwoord
betekenis
6 verbannen
verbannen
7 voorkomen
voorkomen
8 geslaagd
slagen
9 in je opnemen
opnemen
10 geïntroduceerd
introduceren

Slide 19 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Woordbetekenissen opzoeken in een woordenboek.

Er zijn 5 woordraadstrategieën -> kun je die niet gebruiken voor het vinden van een woordbetekenis? -> gebruik het woordenboek.

Hoe zoek je?
Het hele werkwoord, de korte vorm van het woord, het enkelvoud van het woord, een deel van de samenstelling.

Slide 20 - Diapositive

60 seconds
30 seconds maar dan langer :)

Slide 21 - Diapositive

Samen met je buur/buren
één van jullie omschrijft de woorden die op de kaartjes staan, de anderen moeten raden welk woord/uitdrukking wordt omschreven.
Heb je eentje goed? Dan win je een punt. Noteer je punten

Slide 22 - Diapositive

Let op!
Je mag het woord of delen van het woord niet gebruiken bij je omschrijving!

Slide 23 - Diapositive