Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
klas 3 hoofdstuk 4 samenvatting
De AVP vergoedt
A
alle schade
B
alleen materiele schade
C
schade die je zonder opzet bij een ander veroorzaakt
D
schade die je bij jezelf zonder opzet veroorzaakt
1 / 25
suivant
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De AVP vergoedt
A
alle schade
B
alleen materiele schade
C
schade die je zonder opzet bij een ander veroorzaakt
D
schade die je bij jezelf zonder opzet veroorzaakt
Slide 1 - Quiz
De basisverzekering heeft een verplicht eigen risico. Hoe hoog is dat bedrag dit jaar?
A
€ 185
B
€ 285
C
€ 385
D
€ 485
Slide 2 - Quiz
AVP staat voor:
A
Aansprakelijkheids verblijf
B
Aanspraak van personen
C
Aansprakelijkheids verzekering
D
Aardbeien Vanille Pannenkoeken
Slide 3 - Quiz
Welke schade wordt gedekt door de WA-verzekering?
A
Schade die met jou motorvoertuig wordt toebracht aan iemand anders
B
Schade die jij aan je eigen motorvoertuig toebrengt
C
Het is glad en je rijd met je auto tegen een stoeprandje aan waardoor je krassen op je auto hebt
D
Je botst met je scooter tegen een geparkeerde auto, waardoor de auto schade heeft.
Slide 4 - Quiz
Bij een schadevrij jaar, krijg je een korting. Dit noem je de no-claimkorting.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Als je een Allriskverzekering hebt, welke verzekeringen heb je dan?
A
Een AVP
B
Een WA-verzekering
C
Een WA-verzekering en een AVP
D
Een cascoverzekering en een WA-verzekering
Slide 6 - Quiz
Wat is een onzeker voorval?
A
Een gebeurtenis die van te voren gepland is.
B
Een ongeluk dat je had kunnen voorkomen.
C
Een gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden.
D
Een ongeluk waarbij de schade nog onbekend is.
Slide 7 - Quiz
Zorgtoeslag krijg je....
A
Altijd
B
Als je teveel verdient
C
Als je te weinig verdient
D
Getrouwd bent
Slide 8 - Quiz
Waarvoor is de inboedelverzekering?
A
Schade en diefstal van spullen in je huis
B
Schade aan je huis
C
schade aan iemand anders
Slide 9 - Quiz
Is de zorgverzekering verplicht in Nederland?
A
ja, alleen de basisverzekering
B
ja, alleen de aanvullende verzekering
C
Nee
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er als je een schadevrije jaar hebt opgebouwd?
A
Je krijgt (extra) no-claimkorting.
B
Je moet het bruto premie gaan betalen.
C
Je krijgt een toeslag.
D
Er verandert niks.
Slide 11 - Quiz
Als jij je wilt dekken tegen de schade aan jouw auto en de schade aan derden neem je een
A
Cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
All riskverzekering
D
Dat is niet te verzekeren
Slide 12 - Quiz
Hoe hoger het eigen risico, hoe .... de premie
A
lager
B
weet ik niet
C
gekker
D
hoger
Slide 13 - Quiz
Hoe heet de toeslag op je premie als je schade hebt geclaimt ?
A
Toeslag
B
Bonus
C
Premie
D
Malus
Slide 14 - Quiz
De overheid (minister van volksgezondheid) bepaald wat er in de basisverzekering zit
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
De verzekeringskosten bestaan uit:
A
premie + poliskosten
B
premie + eigen risico + assurantiebelasting
C
premie + poliskosten + eigen risico
D
premie + poliskosten + assurantiebelasting
Slide 16 - Quiz
Een WA-verzekering gecombineerd met een verzekering tegen de schade aan het eigen voertuig
A
WA- + cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
cascoverzekering
Slide 17 - Quiz
Onderverzekerd zijn bij een verzekering betekent:
A
Je hebt een hogere waarde opgegeven dan de werkelijke waarde
B
Je hebt een lagere waarde opgegeven dan de werkelijke waarde
C
Je hebt alleen de onderverdieping van het huis verzekerd
D
Je hebt een lagere premie betaald dan de werkelijke premie
Slide 18 - Quiz
Hoe noem je het als je een verzekering neemt die rekening houd met inflatie?
A
Indexcijfer
B
Indexcering
C
Inboedel
D
Opstal
Slide 19 - Quiz
Wat verzeker je bij een "opstalverzekering"?
A
Schade aan je woning
B
Spullen in je woning
C
Spullen in je huis
D
Schade in je tuin
Slide 20 - Quiz
Wat wordt bedoeld met solidariteit bij een zorgverzekering?
A
Iedereen betaalt dezelfde premie
B
Gezonde mensen krijgen korting op de premie
C
Tussen zorgverzekeraars is geen verschil in premie
Slide 21 - Quiz
Wat is een eigen risico?
A
Een gebeurtenis waarvan je niet zeker weet of hij gaat plaatsvinden
B
Het deel van de schade dat je zelf moet betalen.
C
Het risico dat je neemt als je op vakantie gaat naar een onveilig land.
D
Met een eigen risico betaal je minder premie
Slide 22 - Quiz
8. Wat betekent bonus-malus ?
A
korting als het goed gaat , minder korting als het slecht gaat
B
bruto premie - de korting
C
je krijgt extra geld
D
het gaat goed of het gaat slecht
Slide 23 - Quiz
Waar kan je zorgtoeslag aanvragen?
A
CBS
B
CPB
C
Belastingdienst
D
Gemeente
Slide 24 - Quiz
Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 25 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
4.3 en 4.4
Juin 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Herhaling H4
Février 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
oefentoets H4
Décembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
oefentoets H4
Janvier 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4.3 Rij schadevrij
Janvier 2019
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Economie paragraaf 3.4
Juin 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling H4 KGL
Janvier 2019
- Leçon avec
22 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
hoofdstuk 3 par. 3.4
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3