K2 Leesvaardigheid les1

Leestips
Voordat je een tekst gaat lezen is het handig om jezelf af te vragen wat je al over het onderwerp weet. Zo kun je voorspellen waar de tekst over gaat en wordt het lezen makkelijker
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leestips
Voordat je een tekst gaat lezen is het handig om jezelf af te vragen wat je al over het onderwerp weet. Zo kun je voorspellen waar de tekst over gaat en wordt het lezen makkelijker

Slide 1 - Diapositive

Hier komen we later op terug! Come up with English words about chocolate

Slide 2 - Carte mentale

Orienterend lezen
- Lees de titel
- Lees de inleiding
- Lees de kopjes bij de alinea
- Kijk naar plaatjes/foto's
- Kijk naar vetgedrukte woorden

Slide 3 - Diapositive

Waar of niet waar: Bij oriënterend lezen lezen we de hele tekst goed door
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Zie tekst 1: Waar gaat de tekst 1 over denk je?
A
Hoe je een held wordt
B
Brandweermensen
C
Wat een held zijn inhoudt
D
Kan ik niet zeggen

Slide 5 - Quiz

Waar gaat de tekst 2 over denk je?

Slide 6 - Question ouverte

Moeilijke woorden
Soms kom je moeilijke woorden tegen in een tekst. Je hoeft niet alle woorden te kennen om een tekst te kunnen begrijpen...soms kun je de betekenis raden, omdat:
- het woord lijkt op een woord uit een taal die je al kent
- een deel van het woord kent
- de betekenis kunt vinden door de zin waarin het woord staat (context)

Slide 7 - Diapositive

Tekst 2: Wat betekent het woord 'crime wave' in de zin: a crime wave hit the US and the idea of a super-prison was born
A
vloedgolf
B
misdaadgolf
C
geboortegolf

Slide 8 - Quiz

tekst 2 Wat betekent: expenses
A
tijd
B
duur
C
kosten
D
gewicht

Slide 9 - Quiz

Globaal lezen
Bij globaal lezen lees je oppervlakkig en zoek je alleen de belangrijkste informatie. Je hoeft niet ieder woord te begrijpen.
- Lees alleen de titel
- Lees de inleiding en het slot
Lees de kopjes van de alinea's
- Je hoeft niet ieder woord te kennen

Slide 10 - Diapositive

Waar of niet waar:
Als je globaal leest, is het belangrijk dat je elk woord begrijpt.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Scannen
Bij scannen zoek je alleen de belangrijkste informatie in de tekst. Je moet dan dus niet de hele tekst gaan lezen.
Lees je de titel en tussenkopjes
- Zoek je naar getallen en symbolen
- Zoek je kernwoorden
- Let je op andere woorden die opvallen (vetgedrukt/schuingedrukt/getallen/hoofdletters)

Slide 12 - Diapositive

Scannen, Tekst 3: Hoe hoog is Mount Everest?
A
29,031m
B
12,000m
C
8,848m
D
4km

Slide 13 - Quiz

Scannen, Tekst 4: Waar ligt de Mariana Trench ten opzichte van The Mariana Islands ? (tip, het antwoord zit in de meerkeuze verwerkt):

A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 14 - Quiz

Scannen, Tekst 4: Naar wie is de Mariana Trench vernoemd?:
A
Naar de Spaanse koningin Mariana
B
Naar de oorspronkelijke bewoners
C
Naar een lokaal drankje
D
Naar de hoofdstad van Spanje

Slide 15 - Quiz

Intensief lezen
Bij intensief lezen probeer je alle informatie in de tekst te begrijpen
- Lees je de hele tekts
- Let je op de inleiding en kopjes boven de alinea's
- Zoek je de betekenis van moeilijke woorden op

Slide 16 - Diapositive

Tekst 5: Waarover gaat deze tekst?:
A
De koning van Engeland
B
De koning van Normandie
C
De koning van Frankrijk
D
De koning van Nederland

Slide 17 - Quiz

Tekst 6: Hoeveel soorten drugs zitten er in chocola?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Tekst 6: Hoeveel kilo chocola eet de gemiddelde Brit per jaar?

Slide 19 - Question ouverte