Thema 11 zintuigen

Thema 11 zintuigen
Quiz over het hoofdstuk
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Thema 11 zintuigen
Quiz over het hoofdstuk

Slide 1 - Diapositive

Wanneer wordt je pupil groter?

Slide 2 - Question ouverte

Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Gehoorzintuig
Warmtezintuig
Gezichtszintuig
Reukzintuig
Koudezintuig
Smaakzintuig
Drukzintuig

Slide 3 - Question de remorquage

Staafjes...
A
zitten niet in de gele vlek, wel in de blinde
B
zitten niet in de gele vlek en niet in de blinde
C
zitten in de gele vlek en niet in de blinde
D
zitten in de gele vlek en in de blinde

Slide 4 - Quiz

De kleur die je ziet in je oog noem je de iris. In de iris liggen ..?..
A
kring en lengtespieren
B
pupillen
C
Staafjes en kegeltjes
D
openingen

Slide 5 - Quiz

Buiten oor
Midden oor
Binnen oor
Slakkenhuis
Oorschelp
Trommelvlies
Aambeeld
Evenwichtsorgaan
Hamer

Slide 6 - Question de remorquage

wat is het nut van de buis van Eustachius?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een drempelwaarde?
A
De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
B
De hoogste prikkel waarbij een zenuw reageert
C
De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
D
De laagste prikkel waarbij een zenuw reageert

Slide 8 - Quiz

Welke prikkel hoort bij welk zintuig in de huid
Koudezintuig
pijnzintuig
warmtezintuig
Tastzintuig
Warmer worden van de temperatuur
structuur van voorwerpen
Kouder worden van de temperatuur
pijn/verwondingen 

Slide 9 - Question de remorquage

Het glasachtig lichaam is...
A
Troebel
B
glazig
C
doorzichtig
D
wit

Slide 10 - Quiz

Wat is de adequate prikkel van staafjes?
A
geluid
B
licht
C
smaakstoffen
D
geurstoffen

Slide 11 - Quiz

Wat is accomoderen?

Slide 12 - Question ouverte

Het oor:
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 13 - Question de remorquage

sleep de namen naar de juiste nummers 
onderdelen oog 



1
5
7
9
iris
blinde vlek
netvlies
vaatvlies
hoornvlies
gele vlek
pupil

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de omschrijving naar het juiste onderdeel van het oog.
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 15 - Question de remorquage

Waar bevindt zich
het glasachtig lichaam?
A
nummer 9
B
nummer 4
C
nummer 1
D
nummer 3

Slide 16 - Quiz


De pupilreflex zorgt voor verandering in de grootte van de pupillen. Trekken de lengtespieren of de kringspieren samen als Anouck naar buiten stapt? 
T2, 1p

A
lengtespieren, pupil wordt groter
B
kringspieren, pupil wordt groter
C
lengtespieren, pupil wordt kleiner
D
kringspieren, pupil wordt kleiner.

Slide 17 - Quiz

Wat doet de pupil/wat is de functie van de pupil?
A
Regelt de hoeveelheid licht die in je oog komt.
B
Regelt dat je altijd scherp kunt zien.
C
Zorgt dat je kunt focussen.
D
Zorgt ervoor dat je kleuren kunt zien.

Slide 18 - Quiz

Als er veel licht op onze pupil valt dan wordt onze pupil
A
groot
B
klein

Slide 19 - Quiz

Als je naar iets in de verte kijkt, dan zijn de lensbandjes...
A
Ontspannen
B
Strak gespannen

Slide 20 - Quiz

Welk vlies ligt om het glasachtig lichaam?
A
het hoornvlies
B
het netvlies
C
het vaatvlies

Slide 21 - Quiz

Wat zijn zintuigen en welke zintuigen ken je?

Slide 22 - Question ouverte

Mensen met tinnitus ‘horen’ voortdurend een piepend of suizend geluid dat er in werkelijkheid niet is. Er worden dan impulsen vanuit het oor doorgegeven aan de hersenen, zonder dat de zintuigcellen in het oor geprikkeld zijn door geluid. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan dat impulsen vanuit het oor naar de hersenen geleidt?
Geef aan met X
X

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is een adequate prikkel?
Leg uit en noem 2 zintuigen met de bijbehorende adequate prikkel.

Slide 24 - Question ouverte

                           is de                                 prikkel voor het oog.

Geluid is de prikkel voor het                   .  
Een prikkel wordt pas waargenomen als deze  sterker is dan de                           . Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate
 oor 
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 25 - Question de remorquage

Staafjes
Kegeltjes
Kleurgevoelig
Drempelwaarde hoog
Drempelwaarde laag
Vooral in gele vlek
Lichtgevoelig
Verspreid over hele netvlies

Slide 26 - Question de remorquage

Wat is de functie van de ooglens?
A
Het regelen van de oogkleur.
B
Het beschermen van het oog.
C
Het produceren van tranen.
D
Het focussen van licht op het netvlies.

Slide 27 - Quiz

Voor welke kleuren zijn die kegeltjes?
A
Blauw, geel en oranje
B
Rood, groen en blauw
C
Groen, rood en wit
D
Blauw, groen, geel

Slide 28 - Quiz

Zijn er meer staafjes of meer kegeltjes
A
meer staafjes
B
meer kegeltjes

Slide 29 - Quiz