Procentuele groei

Procentuele groei
2 Jena
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Procentuele groei
2 Jena

Slide 1 - Diapositive

100% en meer
Aan het begin van het hoofdstuk hebben we gerekend met procenten. Zo kun je in een verhoudingstabel ook rekenen met meer dan 100%.

Vaak worden daarbij ook bedrag inclusief en exclusief btw gebruikt. exclusief = 100% en inclusief = 121%

Slide 2 - Diapositive

Een zonnebril kost €80,- inclusief 21% btw. Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 3 - Question ouverte

Een stoel kost €167,- exclusief btw. bereken de prijs inclusief 21% btw.

Slide 4 - Question ouverte

Met welke formule kun je de factor/groeifactor berekenen?

Slide 5 - Question ouverte

Van procenten naar factor

Het getal waarmee je een oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen noem je de factor. 

factor = 

Op een broek van €30,- krijg je 25% korting.

factor =



De broek kost na de korting nog €22,50,-
oudehoeveelheidnieuwehoeveelheid
10075=0,75
300,75=22,5

Slide 6 - Diapositive

Koppel de juiste factor aan de beschreven veranderingen
Een afname van 27%
Een afname van 4%
Een toename van 12%
0,27
0,73
1,12
1,21
0,96
0,94

Slide 7 - Question de remorquage

In de uitverkoop betaal je 85% van de normale prijs van een broek. De broek kost normaal €98,-. Hoeveel kost de broek in de uitverkoop?

Slide 8 - Question ouverte

Exponentiële groei
Je noemt een groeiproces exponentieel als de factor waarmee je vermenigvuldigt steeds hetzelfde is. 

bij een toename is de groeifactor groter dan 1.
bij een afname zit de groeifactor tussen 0 en 1

Slide 9 - Diapositive

Bij welke van de twee is sprake van exponentiele groei?
A
Boven
B
Onder

Slide 10 - Quiz

Exponentiële formules
Een exponentiële formule is in de vorm  

b is de beginhoeveelheid bij tijdstip t =0
g is de groeifactor
h=bgt

Slide 11 - Diapositive

In een vijver zitten 350 waterplanten. Het aantal waterplanten in een vijver neemt elke week toe met 4%. stel een formule op bij dit groeiproces.

Slide 12 - Question ouverte