4HV Questions + Negatives

Questions
1. Als er een vorm van het werkwoord to be, will en can in de zin staan, zet je die aan het begin van de zin om een vraag te maken

Your friend was glad to see me --> Was your friend glad to see me?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Questions
1. Als er een vorm van het werkwoord to be, will en can in de zin staan, zet je die aan het begin van de zin om een vraag te maken

Your friend was glad to see me --> Was your friend glad to see me?

Slide 1 - Diapositive

Questions
2. Bij andere werkwoorden zet je een vorm van to do vooraan de zin en verandert het hoofdwerkwoord in een infinitief

I jump far enough --> Do I jump far enough?

Slide 2 - Diapositive

You walked to school.

Slide 3 - Question ouverte

Tim went to the store.

Slide 4 - Question ouverte

My parents are late.

Slide 5 - Question ouverte

Jennifer arrives after Marc.

Slide 6 - Question ouverte

Casper sang beautifully.

Slide 7 - Question ouverte

Negative
1. Als er een vorm van het de werkwoorden to be, will en can in de zin staan, zet je not of n't achter het werkwoord

Your friend was glad to see me --> Your friend wasn't glad to see me

Slide 8 - Diapositive

Negative
2. Bij andere werkwoorden voeg je een vorm van to do + not toe aan de zin. Het hoofdwerkwoord verandert in een infinitief.

I jumped far enough --> I didn't jump far enough

Slide 9 - Diapositive

He was at the game yesterday.

Slide 10 - Question ouverte

He caught the ball.

Slide 11 - Question ouverte

They saw the film.

Slide 12 - Question ouverte

Kelly cheated on her test.

Slide 13 - Question ouverte

She could believe we won.

Slide 14 - Question ouverte