Letterkennis

Letters oefenen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2NederlandsBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Letters oefenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Schrijf 1 woord op met de letter ie.

Slide 3 - Carte mentale


Welke woorden beginnen met r?
A
rups
B
nar
C
kar
D
reus

Slide 4 - Quiz

Sleep de woorden naar het juiste vak.
sch
ei
au
ou
zeil
geit
school
blauw
oud
schuin
lauw
wei
stout
gauw
schat
goud
schuur
kous
kauw
schip
zout
auto
kei
kou

Slide 5 - Question de remorquage


Schrijf hieronder 1 woord met de letter l.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf 1 woord op met de letter oo.

Slide 7 - Carte mentale


Welke woorden eindigen op p?
A
pop
B
plas
C
spat
D
top

Slide 8 - Quiz

Sleep de woorden naar het juiste vak.
s
d
a
o
mol
dief
gas
reus
sim
kat
lak
soep
deuk
tak
dier
hok
duik
rot
saar
zat
dijk
lot
bot
huis

Slide 9 - Question de remorquage


Schrijf hieronder 1 woord met de letter b.

Slide 10 - Question ouverte



Schrijf hieronder 1 woord met de letter f.

Slide 11 - Question ouverte


Schrijf hieronder 1 woord met de letter h.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf 2 woorden op met de letter i.

Slide 13 - Carte mentale


Welke woorden eindigen op t?
A
tas
B
rits
C
plat
D
pet

Slide 14 - Quiz

Sleep de woorden naar het juiste vak.
eu
ui
oe
ij
wijs
uil
boek
reus
neus
zoek
ijs
boer
deuk
bij
luis
koek
duik
leuk
pijl
beuk
dijk
ruik
moe
huis

Slide 15 - Question de remorquage


Schrijf hieronder 1 woord met de letter aa.

Slide 16 - Question ouverte



Schrijf hieronder 1 woord met de letter ee.

Slide 17 - Question ouverte



Schrijf hieronder 1 woord met de letter uu.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf 1woord op met de letter m.

Slide 19 - Carte mentale


Welke woorden beginnen met k?
A
klap
B
tak
C
kast
D
pikt

Slide 20 - Quiz