1.3 Werkplaats van de wereld 1750-1900

Pak je boek en werkboek
Ga  lezen en de opdrachten van 1.3 maken.
1 t/m 10, 12
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Pak je boek en werkboek
Ga  lezen en de opdrachten van 1.3 maken.
1 t/m 10, 12

Slide 1 - Diapositive

Schrijf in je schrift:
minstens 3 dingen op die belangrijk zijn voor de kolonisatie van de Britten in India!
(begrippen, namen, jaartallen, verdragen, zinnen..)

Slide 2 - Diapositive

Werkplaats van de wereld.
ka: 31, 32, 33, 35, 36 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
- hoe de industrialisatie het imperialisme bevorderde.
- Welke sociaaleconomische ontwikkelingen plaats vonden in Groot-Brittannië door de industriële revolutie.

Slide 4 - Diapositive

Economie en samenleving
Vanaf 1750: Groot-Brittannië krijgt een economische voorsprong op  andere landen door de industriële revolutie.
Koloniën zorgen voor vergroting van de economische  voorsprong van Groot-Brittanië op andere landen.





Aanvoer van                                                 koloniën waren                                 Investeren van winst uit
 grondstoffen                                      belangrijke afzetmarkt.                                koloniën in industrie

Slide 5 - Diapositive

Groei van Britse bevolking door:

  1. Hogere voedselproductie door verbeteringen in de landbouw.

- toename van kennis door opbloei van de wetenschap.
- toename van landbouwgrond door ontginning.
- beschikbaarheid van nieuwe gewassen door kolonisatie van Amerika.

2. Daling sterftecijfer door betere ziektebestrijding.

-  toename van kennis door opbloei van de wetenschap.


- introductie van vaccinatie

Slide 6 - Diapositive

gevolgen bevolkingsgroei:
  • Toename van de vraag naar goederen, met name textiel.
  • Toename van goedkope arbeidskrachten.

Textielnijverheid kan zich verder ontwikkelen door uitvindingen zoals:
spinning Jenny                                                                                                               stoommachine

Slide 7 - Diapositive

Landbouwstedelijke samenleving wordt een industriële samenleving: 
  • Voornaamste middel van bestaan: industrie
  • Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie
  • Uitgebreide vervoersmogelijkheden
  • Grotere inkomensverschillen

Slide 8 - Diapositive

Koloniën zijn erg belangrijk voor de Britse economie
Aanvoer van grondstoffen, met name katoen, voor de industrie.





India wordt in de loop van de 19e eeuw een steeds belangrijkere afzetmarkt voor de katoenindustrie.

Ondernemers investeren in:-  industrie in Groot-Brittannië en 
                                                            - winstgevende projecten in de koloniën. 

Slide 9 - Diapositive

Handelskapitalisme veranderde in industrieel kapitalisme.
19e eeuw: Grote groei Britse industrie.

Er wordt teveel geproduceerd om alleen binnen Groot-Brittannië te verkopen. 

Industrie is sterk afhankelijk van buitenland.

De Britse markt wordt gevoelig voor gebeurtenissen op mondiaal niveau.

Slide 10 - Diapositive

Liberale markteconomie
De leiding van de economie was eerst in handen van handelskapitalisten, in de moderne tijd kwam de leiding in handen van de industriële kapitalisten.  
Deze ondernemers streefde naar een liberale markteconomie:
 - vrijhandel 
- kleine rol overheid.

Om vrijhandel af te dwingen zetten de Britten desnoods de marine in, ook in de gebieden die niet direct gekoloniseerd zijn. 

Slide 11 - Diapositive

Industrialisatie leidt tot twee nieuwe sociale klassen in Engeland 


Kapitalistische klasse 
 Wie? 
Rijke handelaren (o.a. door de koloniale handel) 
Fabrieksdirecteuren (= industrieel kapitalisme) 
Bankiers (Londen is financieel centrum van de wereld) 
Doel: wat willen zij? 
Vrijhandel in de hele wereld (desnoods met geweld afdwingen) 
Liberale markteconomie (Smith) 
Kleine rol van de overheid (de overheid als nachtwaker) 
Meer politieke macht  

Arbeidersklasse 
 Wie? 
Fabrieksarbeiders (vooral vrouwen en kinderen) 
Mijnwerkers (vooral mannen) 
Werklozen, dagloners, dieven en prostituees. 
 
Doel: wat willen zij? 
Betere werkomstandigheden (economische rechten) 
Betere leefomstandigheden (sociale rechten) 
Kiesrecht (politieke rechten) 

Slide 12 - Diapositive

Wat doet de Engelse overheid (=koning met parlement)?
OVER DE WENSEN VAN DE KAPITALISTEN 
 Koning en House of Commons (=veel lagere adel) willen geen verandering 
 
 
Ondernemers / kapitalisten / bankiers eisen aanpassing districtenstelsel 
 
 
House of Commons geeft toe – Reform Bill (1832):  
herindeling kiesdistricten (Lords of the loom winnen van de Lords of the soil ) 
kiesrecht blijft beperkt tot 7% van de mannen 

OVER DE WENSEN VAN DE ARBEIDERS 
 Koning en House of Commons (=veel lagere adel) willen geen verandering 
 
 
Vakbonden organiseren stakingen, er dreigen opstanden en ‘utopisten’, zoals Robert Owen roepen de regering op maatregelen te nemen 
  
 
House of Commons geeft toe – Factory Acts (1833): rechten m.b.t. veiligheid, werktijden, kinderarbeid, etc. 
Maar geen kiesrecht, geen vaste contracten, geen uitkeringen en het lidmaatschap van een vakbond blijft gevaarlijk. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Groeiende concurrentie
OORZAKEN: 
  •  De Verenigde Staten houdt katoen voor eigen industrie in Noord-Oost van de Verenigde Staten; 
  • Duitsland industrialiseert en streeft Engeland voorbij op het gebied van zware industrie (kolen en straal) (vanaf 1850) 
  • Engeland heeft last van ‘wet van de remmende voorsprong
GEVOLGEN: 
  •  Engeland gaat op zoek naar nieuwe afzetmarkten en grondstoffen – Afrika 
  • Engeland trekt de touwtjes aan in de koloniën (van indirect naar direct rule) 
  • Britse Rijk bereikt zijn maximale omvang. 

Slide 15 - Diapositive