Ch3 Les 3 Bron D + C

Het werkwoord:   être = zijn
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het werkwoord:   être = zijn

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

         Het werkwoord:   être = zijn
page 110

Slide 4 - Diapositive

uitleg
Grandes Lignes 
16b

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Even oefenen
Exercice 16 c:  luister en vul in.
Exercice 16 d:  - onderstreep eerst het onderwerp (persoon).
                               - kies de juiste vorm van het werkwoord être.
Exercice 16 e:  vul de juiste vorm van het werkwoord être in.
Exercice 17 a:  kleur de juiste letters (zie voorbeeld).

Ben je al klaar? =>=>=> maak exercice 17 b : vertaal in het FR

page 111

Slide 7 - Diapositive

les verbes
Stencil met 'de werkwoorden'
Avoir
Être
eindigend op -er

THUIS:  LEREN en MAKEN -> dinsdag (morgen) kijken we het na.

Slide 8 - Diapositive

Uitspraak en spreken        

pak je schrift ......

Schrijf de woorden van 13 a in je schrift.
page 108

Slide 9 - Diapositive

Uitspraak en spreken        
LUISTER EN SPREEK NA
Exercice 13 b en c

MAAK
Exercice 15 a , gebruik eventueel je boek op page 128.
Exercice 15 b, praat om en om met je buur. Gebruik page 108.
page 108

Slide 10 - Diapositive

Devoir pour mardi 8 feb
HERHALEN:
       Wat:  Bron A + B (alles)
       Hoe:  FR/NL - NL/FR  
LEREN
       Wat:  werkwoorden
                   avoir/être/ww op -er
       Waar: boek

Slide 11 - Diapositive