8. Herhaling

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

8. Herhaling

Ga rustig zitten op je plek

Pak je boek, schrift en pen alvast op tafel

Je jas en telefoon zijn aan de kapstok of in je kluis

Ga in je iPad in de LessonUp

We hebben geleerd:

1. De verschillende sectoren werk die er zijn

2. De drie productiemiddelen die je nodig hebt om iets te maken

3. Wat kapitaalintensief en arbeidsintensief betekenen

4. Welke vormen van landbouw er zijn

5. Waarom je specialisatie en schaalvergroting ziet in de landbouw

6. Wat het verschil is tussen industrie en ambacht

7. Wat het verschil is tussen zware en lichte industrie

8. Wat het verschil is tussen commerciële en niet-commerciële diensten

9. Hoe industrie en dienstverlening invloed hebben op de inrichting

Primaire sector

- Grondstoffen uit de natuur halen

- Landbouw, mijnbouw, visserij

- Land met veel mensen in de primaire sector = vaak arm

Soorten landbouw: akkerbouw, veeteelt, tuinbouw, bosbouw.

Welk soort mijnbouw zie je?

1. Dagbouw
2. Schachtbouw

Welke vorm van landbouw is vaak het meest kapitaalintensief?

1. Akkerbouw
2. Veeteelt
3. Tuinbouw
4. Bosbouw

Kies het juiste woord:
Hoe meer schaalvergroting er is, hoe ... boerenbedrijven er zijn.

1. Meer
2. Minder

Secundaire sector

- Van grondstoffen producten maken

- In de zware industrie: grondstof tot halffabricaat

- In de lichte industrie: halffabricaat tot eindproduct

Industrie doet vooral werk met machines = kapitaalintensief

Ambacht doet vooral werk met de hand = arbeidsintensief

Een fabriek die van stalen platen auto's maakt, hoort bij de...

1. Zware industrie
2. Lichte industrie

Kies het juiste woord:
Toen er steeds meer fabrieken kwamen, nam de hoeveelheid ambacht...

1. Toe
2. Af

Tertiaire sector

- Dienstverlening voor een bedrijf dat winst wil maken (commercieel)

- Landen met een grote tertiaire sector zijn vaak rijk

Quartaire sector

- Dienstverlening voor een bedrijf dat géén winst wil maken

- Vaak mensen die voor de overheid werken (politie, brandweer enz.)

In welk deel van de stad vind je vaak de tertiaire sector?

1. In de woonwijken
2. In het CBD
3. Aan de stadsranden
4. Buiten de stad

Nu aan de slag

Maak de oefentoets op papier.

Hoe: schrijf je antwoorden op zoals je zou doen op een toets.

Gebruik: je boek en/of je schrift, om antwoorden op te zoeken.

Met wie: je mag zacht overleggen met je buur.

Klaar? Begin met samenvatten of oefen de begrippen in Blooket.