H4 woordenschat 1e les






]



H4 Woordenschat



















Na de les van vandaag:

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf. 

Doel
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon






]



H4 Woordenschat



















Na de les van vandaag:

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf. 

Doel

Slide 1 - Diapositive

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.










Doel

Slide 2 - Diapositive

Schrijf in 1 minuut zoveel mogelijk tegenstellingen op in één bericht. Bijvoorbeeld: groot - klein.

Wie heeft de meeste tegenstellingen?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Theorie
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je tegenstellingen. Bijvoorbeeld: boven --> onder, hoog --> laag

Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. Bijvoorbeeld: 
NIuewe 

Slide 4 - Diapositive




  • = woorden die elkaars tegenstellingen zijn 
  • Bijvoorbeeld: boven <> onder


  • Waarom is dat handig? 
  • Als je een tekst leest en een woord niet kent, dan kun je de betekenis van dat woord soms vinden door de tegenstelling.



  • De Playstation 5 is prijzig, maar in de aanbieding is hij hopelijk goedkoop.

  • Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat vaak snel voorbij. 

  • Ik wilde de foto op m'n telefoon vergroten. Ik drukte echter per ongeluk op verkleinen.

  • maar, echter, toch, daarentegen vertellen je dat er een tegenstelling wordt genoemd (mavo: signaalwoorden)
Tegenstellingen

Slide 5 - Diapositive

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat? Sleep dat woord hierheen. 
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 6 - Question de remorquage

Welk woord is de tegenstelling van tijdelijk? Sleep dat woord hierheen.
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 7 - Question de remorquage

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat? Sleep dat woord hierheen. 
Als
duikt,
je
je
je
voordat
moet
onder water
inademt
toch
eerst
goed 
uitademen.

Slide 8 - Question de remorquage

Welk woord is de tegenstelling van inademt? Sleep dat woord hierheen.
Als
duikt,
je
je
je
voordat
moet
onder water
inademt
toch
eerst
goed 
uitademen.

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent

Slide 10 - Quiz

Wat is een tegenstelling?
A
Langzaam en snel
B
Lief en schattig
C
Mooi en meisje

Slide 11 - Quiz

Wat is een tegenstelling?
A
Politie en boef
B
Wiskunde en aardrijkskunde
C
Juf en docent

Slide 12 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellendverband?
A
maar, tegenover
B
daarentegen, toch
C
echter, hoewel
D
ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant

Slide 13 - Quiz

Aan welke woorden (signaalwoorden) herken je een tegenstelling?

Slide 14 - Carte mentale

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.










Doel

Slide 15 - Diapositive



Wat?
  • Opdr. 2, blz. 102 en 103
  • Tekst lezen en woordenlijst maken

Hoe?
  • Boek + schrift

Mavo
  • H4, woordenschat: opdr. 1 t/m 5 + 7



Opdr. 2 - samen
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Woordenlijst H4

Slide 17 - Diapositive




Na deze les...

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in de paragraaf.
Doel

Slide 18 - Diapositive

Volgende lessen
Donderdag:
  • Leesboek mee
  • Weektaak afmaken

Donderdag 19 mei
  • Toets woordenschat H3 en H4 (2x)





Slide 19 - Diapositive