Nederlands - les 1 Signaalwoorden en tekstverbanden

4 havo Nederlands Leesvaardigheid

Deze les: 
Signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

4 havo Nederlands Leesvaardigheid

Deze les: 
Signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:
  • herhalen van signaalwoorden en tekstverbanden
  • herkennen van signaalwoorden in niet zakelijke teksten
  • Aan  het einde van deze les heb je tenminste 1 signaalwoord goed gehoord en gekoppeld aan het correcte tekstverband

Slide 2 - Diapositive

Les van vandaag:
Leesvaardigheid: de tekstverbanden en de signaalwoorden.

  • bekijk het filmpje
  • maak de opdrachten

Slide 3 - Diapositive

3

Slide 4 - Vidéo

01:48
Welk signaalwoord hoort bij chronologisch verband
A
later
B
soms
C
daarentegen
D
omdat

Slide 5 - Quiz

02:55
Maak een zin met dit verband

Slide 6 - Question ouverte

03:58
Welke signaalwoorden gebruik je bij een doel-middelverband?

Slide 7 - Question ouverte

Opdrachten
Hierna volgen een tekst en daarna verschillende geluidsfragmenten. Lees bij de tekst de opdracht goed.
Luister bij de luisterfragmenten goed welke signaalwoorden je hoort, geef ook het tekstverband aan.

Succes!

Slide 8 - Diapositive

Want hij wilde haar wel brengen, ruim anderhalf uur
Door regen en door wind, maar liefst één hand aan het stuur
Met nog een hand op haar dijen, want zo ver mocht ie al gaan
En d'r is hier niet eens wifi, maar elk bericht komt aan

Want hij was smoorverliefd op haar
En had nog nooit zoiets gedaan
Want hij zou terug zijn met een uurtje
Moeder's fiets mee uit het schuurtje
Hij was smoorverliefd op haar

Naar: Rapper Snelle, Smoorverliefd

Slide 9 - Diapositive

Welk signaalwoorden zag je in voorgaand stukje tekst en welke tekstverbanden geven ze aan?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Ik hoorde bij fragment 1 de volgende signaalwoorden (vul in) en daar hoort dit tekstverband bij (vul in)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Ik hoorde bij fragment 2 de volgende signaalwoorden (vul in) en daar hoort dit tekstverband bij (vul in)

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Ik hoorde bij fragment 3 de volgende signaalwoorden (vul in) en daar hoort dit tekstverband bij (vul in)

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Ik hoorde bij fragment 4 de volgende signaalwoorden (vul in) en daar hoort dit tekstverband bij (vul in)

Slide 18 - Question ouverte

Het signaalwoord en het tekstverband die me het meest zijn bijgebleven zijn:

Slide 19 - Question ouverte

Einde les
Bedankt voor uw aandacht

Slide 20 - Diapositive