2.4 De Romeinen in Nederland
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wie werd in 44 v.C. vermoord?
A
Julius Ceasar
B
Julius Civilis
C
Augustus
D
Tiberius
Slide 2 - Quiz
1. Ceasar was een goede generaal
2. Senatoren wilden niet dat hij alleen ging regeren.
2. Senatoren wilden niet dat hij alleen ging regeren.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed
Slide 3 - Quiz
Wie werd in 27 v. C. de baas?
A
Julius Ceasar
B
Octavianus
C
Julius Civilis
D
Nero
Slide 4 - Quiz
Octavianus werd door Julius Ceasar vermoord.
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
Octavianus was 28 jaar oud toen hij alleenheerser van het rijk werd.
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quiz
Wie kreeg later de naam Augustus?
A
Julius Ceasar
B
Octavianus
C
Julius Civilis
D
Nero
Slide 7 - Quiz
In welk jaar werd Nederland veroverd door de Romeinen?
A
27 v. C.
B
44 v. C.
C
57. v. C.
D
476 n. C.
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je de grens van het Romeinse rijk ook wel?
Slide 9 - Question ouverte
Welk volk woonde in de buurt van de Rijn in Nederland
A
Germanen
B
Friezen
C
Bataven
D
Kaninefaten
Slide 10 - Quiz
1. Bataven en Romeinen konden goed met elkaar opschieten.
2. Zij sloten een bondgenootschap.
2. Zij sloten een bondgenootschap.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed
Slide 11 - Quiz
1. De limes is een ander woord voor de Maas.
2. Augustus was de leider van de Germanen.
2. Augustus was de leider van de Germanen.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je het wanneer de Bataven dingen van de Romeinen overnamen?
Slide 13 - Question ouverte
1. De Bataven betaalden geen belasting.
2. De Bataven woonden in stenen huizen.
2. De Bataven woonden in stenen huizen.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed
Slide 14 - Quiz
1. De Bataven droegen Romeinse kleding.
2. De Bataven betaalden door te ruilen.
2. De Bataven betaalden door te ruilen.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
1= goed en 2 = fout
D
1= fout en 2 = goed
Slide 15 - Quiz
De Germanen gaven hun cultuur door aan de Romeinen.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quiz
In 57 n.C. werd de laatste Romeinse keizer afgezet.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quiz
Germaanse stammen zorgden er voor dat in de eerste eeuw n.C. het Romeinse rijk verdween.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quiz
De Bataven plunderden in 410 n.C. Rome.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quiz
De Visigoten zijn een volk die bij de volksverhuizing in Nederland kwam.
A
Goed
B
Fout
