BK1 Blok 6: Spreken, kijken en luisteren

Spreken, kijken en luisteren
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Spreken, kijken en luisteren

Slide 1 - Diapositive

Na deze les:

  • kun je inleiding, middenstuk en slot herkennen en benoemen in een kijk- en luisterfragment;
  • kun je een instructie herkennen;
  • kun je uitleggen hoe beeld en gesproken tekst elkaar aanvullen;
  • kun je precies luisteren naar een instructie zodat je hem kunt uitvoeren;
  • kun je zelf een instructie geven.

Slide 2 - Diapositive

Inleiding – kern – slot

Kijk- en luisterprogramma’s zijn net als leesteksten op een bepaalde manier opgebouwd, meestal met een inleiding, kern en slot.
  1. In de inleiding krijg je al een idee van het hele programma: hoe het programma heet of wat erin gebeurt.
  2. De kern is het eigenlijke programma en duurt altijd langer dan de inleiding en het slot.
  3. Met het slot wordt het programma afgesloten. Soms kun je het slot van een programma herkennen aan een bepaald muziekje. Vaak is er aan het eind van het slot nog een aftiteling. Daarin zie je bijvoorbeeld wie eraan mee hebben gewerkt.
Net als bij LEZEN
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.

In de inleiding vertelt de schrijver meestal waar de tekst over gaat. Jij weet dan of je de rest van de tekst ook wilt lezen. Meestal is de inleiding één alinea.

In het middenstuk vertelt de schrijver meer over het onderwerp. Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere alinea’s. In elke alinea wordt iets verteld over het onderwerp.

In het slot maakt de schrijver een duidelijk einde aan de tekst. Meestal bestaat het slot uit één alinea.


Slide 3 - Diapositive

Opdracht 43

Slide 4 - Diapositive

‘Bedankt voor het kijken!’

A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 5 - Quiz

‘Deze week weer veel leuke onderwerpen in “Weet je wat ...?”’


A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 6 - Quiz

‘Elektriciteit ontstaat doordat elektronen – dat zijn hele kleine deeltjes – zich verplaatsen.’
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 7 - Quiz

‘In de volgende aflevering zie je wat je allemaal met elektriciteit kunt doen!’
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 8 - Quiz

‘Mevrouw, kunt u uitleggen hoe elektriciteit ontstaat?’


A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 9 - Quiz

‘Vandaag: “Weet je wat ... elektriciteit is?”’



A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 10 - Quiz

Kijk en luister naar de drie fragmenten. Zet de fragmenten in de volgorde: inleiding, kern, slot.
1
2
3
Opdracht 44

Slide 11 - Diapositive

Inleiding
Kern
Slot
Fragment 1
Fragment 2
Fragment 3

Slide 12 - Question de remorquage

Waaraan herken je de inleiding? Die herken je aan:
A
het noemen van het onderwerp
B
De aftiteling

Slide 13 - Quiz

Waaraan herken je het middenstuk? Dat herken je aan:
A
het verhaal van Xavier
B
Het muziekje

Slide 14 - Quiz

Waaraan herken je het slot? Dat herken je aan:
A
De stem van de presentator.
B
Dat er wordt verteld wat Xavier nog meer gaat doen.

Slide 15 - Quiz

Op welke vraag wordt er geen antwoord gegeven in de inleiding?
3
A
Over wie gaat het
B
Waar gaat het over
C
Waar gaat de presentator naartoe
D
Wie de presentator is.

Slide 16 - Quiz

Op welke vraag kun je antwoord geven na het zien van het middenstuk?
1
A
Hoeveel geld heeft Xavier opgehaald voor zijn project?
B
Wanneer vliegt Xavier weer naar Zambia?

Slide 17 - Quiz

Hoeveel euro werd er opgehaald?
1

Slide 18 - Question ouverte

Wat wordt duidelijk in het slot?
2
A
Waarvoor Xavier nog meer geld gaat ophalen.
B
Waarom Xavier opnieuw naar Zambia vliegt

Slide 19 - Quiz

Luister naar het fragment over het Dsus akkoord. En maak opdracht 46 uit je boek (blz. 246)

Slide 20 - Diapositive

Kijk naar het fragment over het Dsus akkoord. En maak opdracht 47 uit je boek (blz. 246)

Slide 21 - Diapositive

Instructie geven (blz. 265)
Je weet al dat elk programma of tekst een doel heeft. Soms wordt er in een programma of tekst uitleg gegeven hoe je iets moet doen of kunt maken. Denk maar aan dat filmpje over het Dsus akkoord of aan programma’s over klussen of aan een kookprogramma. In zo’n uiteenzettend programma wordt verteld hoe je iets moet doen. Dat noem je een instructie.

Bij een instructie wordt uitgelegd hoe je iets moet doen. In een kookprogramma wordt bijvoorbeeld stapsgewijs uitgelegd hoe je een lekker gerecht maakt. In een klusprogramma krijg je tips over het opknappen van je huis. 

Dat is waar het bij instructie om gaat: dat je weet wat en hoe je iets moet doen.


Slide 22 - Diapositive

Welke tv-programma’s in de tv-gids geven instructie?

Slide 23 - Diapositive

Precies luisteren
Je weet al wat precies luisteren is. Bij precies luisteren luister je naar alles heel goed. Je luistert precies naar een uitleg van je docent, naar een heel spannend verhaal of als iemand je de weg wijst. Vaak is het handig om aantekeningen te maken als je precies luistert.
Als je naar een instructie luistert, moet je ook precies luisteren. Anders kun je de instructie niet uitvoeren.

Geef je zelf instructie, gebruik dan woorden die de stappen aangeven, bijvoorbeeld:
stap 1 … , stap 2 … , stap 3 …
eerst … , daarna … , tot slot … .
Daardoor is het voor de luisteraar veel duidelijker hoe hij het moet doen.

Slide 24 - Diapositive

1
2
3
4
5
Bak de pannenkoeken aan twee kanten bruin.
Zet alle benodigdheden klaar.
Eet je pannenkoek met boter of suiker.
Laat de boter smelten in de koekenpan.
Zodra de boter bruin is, giet je het beslag in de pan.

Slide 25 - Question de remorquage

Je gaat een instructievideo maken


In deze opdracht ga je eerst bedenken wat je gaat vertellen.
Bedenk een onderwerp waarbij je stapsgewijs instructie kunt geven. Denk aan iets wat je goed kunt uitleggen en/of voordoen. 


Inleiding – kern – slot (instructie)
Ook instructiefilmpjes  hebben een inleiding, kern en slot. In de kern laat de spreker of presentator zien hoe hij iets doet of maakt. Hij voert de verschillende stappen uit en licht ze toe.
In een serieuze instructie heeft de spreker/presentator een rustige, goede stem en hij spreekt niet te snel. Hij moet goed verstaanbaar zijn, anders kan de kijker hem niet volgen.

Slide 26 - Diapositive

Bereid je instructie eerst schriftelijk voor. Maak daarna de video. 
Inleiding
Bedenk de inleiding. Zorg dat de volgende zaken erin voorkomen:
  • welkom;
  • wie je bent;
  • de naam of het onderwerp van je website;
  • wat je gaat maken of laten zien.
Middenstuk
Schrijf de instructie in stappen op.



Slot
Schrijf op wat je in het slot gaat zetten.

    Slide 27 - Diapositive