H8 eenheden en grootheden
1 / 38
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sleep de woorden naar het juiste vak. Grootheid of eenheid.
Grootheid
Eenheid
seconde
hectare
kilogram
tijd
lengte
gewicht
centimeter
Slide 2 - Question de remorquage
DM³ is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 3 - Quiz
Gram is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 4 - Quiz
Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 5 - Quiz
Lengte is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 6 - Quiz
Welke conclusie is waar en welk voorbeeld hoort daarbij?
A
Grootheden meet je met eenheden
B
Eenheden meet je met grootheden
C
Vb grootheid: gewicht
Vb eenheid: milligram
D
Vb eenheid: gewicht
Bv grootheid: milligram
Slide 7 - Quiz
Tijd is een
A
grootheid
B
eenheid
Slide 8 - Quiz
Een etmaal is een
A
grootheid
B
eenheid
Slide 9 - Quiz
Een eeuw is
A
10 jaar
B
100 jaar
C
1000 jaar
D
25 jaar
Slide 10 - Quiz
De kerk van Emmeloord is in 1,5 jaar gebouwd. Hoeveel maanden is dat?
A
6 maanden
B
12 maanden
C
14 maanden
D
18 maanden
Slide 11 - Quiz
Hoeveel weken zitten er in een schrikkeljaar
A
366
B
12
C
52
D
365
Slide 12 - Quiz
Welke meetinstrumenten van tijd ken je.
Slide 13 - Question ouverte
Gewicht is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 14 - Quiz
Welke meetinstrumenten van gewicht ken je.
Slide 15 - Question ouverte
Een poes weegt 1,35 Kilogram. Hoeveel gram weegt de poes
A
13,5
B
135
C
1350
D
13500
Slide 16 - Quiz
De boot weegt 17,35 Ton.
Hoeveel Kilogram is de boot?
Hoeveel Kilogram is de boot?
A
17.350
B
17.035
C
170.350
D
173,5
Slide 17 - Quiz
km/u is een
A
grootheid
B
eenheid
Slide 18 - Quiz
Welke conclusie is waar en welk voorbeeld hoort daarbij?
A
Grootheden meet je met eenheden
B
Eenheden meet je met grootheden
C
Vb grootheid: gewicht
Vb eenheid: milligram
D
Vb eenheid: gewicht
Bv grootheid: milligram
Slide 19 - Quiz
Lengte is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 20 - Quiz
Meter is een ...
A
grootheid
B
eenheid
Slide 21 - Quiz
DM³ is een
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 22 - Quiz
Welke meetinstrumenten van lengte ken je.
Slide 23 - Question ouverte
Hoeveel centimeter zitten er in 8,5 meter.
A
0,85
B
85
C
850
D
8500
Slide 24 - Quiz
Hoeveel milimeter zitten er in 8,5 meter.
A
0,85
B
85
C
850
D
8500
Slide 25 - Quiz
km/u is een
A
grootheid
B
eenheid
Slide 26 - Quiz
Een centimeter is een
A
grootheid
B
eenheid
Slide 27 - Quiz
Klaas fietst 18 km/u. Hij woont 4,5 km van school. Hoeveel tijd heeft Klaas nodig om naar school te fietsen
A
60 minuten
B
45 minuten
C
30 minuten
D
15 minuten
Slide 28 - Quiz
De omtrek meet ik door:
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
lengte x lengte + breedte x breedte
Slide 29 - Quiz
De oppervlak meet ik in:
A
vierkante meters
B
driehoeksmeting
C
M2
D
CM2
Slide 30 - Quiz
Een voetbalveld is 100 meter lang en 50 meter breed, wat is de oppervlakte van het voetbalveld?
A
5000 m2
B
300 m
C
500 m2
D
150 m
Slide 31 - Quiz
Een voetbalveld is 100 meter lang en 50 meter breed, wat is de omtrek van het voetbalveld?
A
5000 m2
B
300 m
C
500 m2
D
150 m
Slide 32 - Quiz
In een aquarium zit 50 DM³ water. Hoeveel liter water zit in het aquarium
A
5
B
50
C
500
D
5000
Slide 33 - Quiz
Inhoud meet je door
A
lengte x breedte x hoogte
B
lengte + breedte + hoogte
C
2 x lengte + 2x breedte + hoogte
D
1/2 x lengte x hoogte
Slide 34 - Quiz
Ja, ik kan rekenen met tijd
😒🙁😐🙂😃
Slide 35 - Sondage
Ja, ik kan rekenen met gewicht
😒🙁😐🙂😃
Slide 36 - Sondage
Ja, ik weet het verschil tussen omtrek en oppervlak
😒🙁😐🙂😃
Slide 37 - Sondage
Ja, ik kan de inhoud van een zwembad uit rekenen
😒🙁😐🙂😃
