Quiz hoofdstuk 3!

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Quiz hoofdstuk 3!

Intracommunautaire leveringen zijn:

1. Verkopen / Uitvoer Buiten EU
2. Verkopen / Uitvoer Binnen EU
3. Inkopen / Invoer Buiten EU
4. Inkopen / Invoer Binnen EU

Een intracommunautaire verwerving is:

1. Verkopen / Uitvoer Buiten EU
2. Verkopen / Uitvoer Binnen EU
3. Inkopen / Invoer Buiten EU
4. Inkopen / Invoer Binnen EU

De BTW wordt in ................... doorberekend aan de eindgebruiker / consument, bedrijven kunnen de belasting aftrekken bij inkoop -> te ontvangen BTW
->....... is:

1. Buiten de EU
2. Europa
3. Binnen de EU
4. Nederland

De BTW wordt ................... wel doorberekend aan de eindgebruiker / consument tegen tarief geldend in dat land, maar niet aan bedrijven (nultarief). De bedrijven verkopen de artikelen in dat land door tegen het daar geldende tarief
->....... is:

1. Buiten de EU
2. In Europa
3. Binnen de EU
4. Nederland

NL heeft niks te maken met heffingssystemen ............... Verkoop tegen nultarief. De bedrijven verkopen de artikelen in dat land door tegen het daar geldende tarief

->....... is:

1. Buiten de EU
2. In Europa
3. Binnen de EU
4. Nederland

Binnen de EU reken je met het BTW % van het land waar de goederen ...

1. uit worden ontvangen
2. naartoe worden verzonden

Bij omrekening van Vreemde Valuta wordt
als koersdatum wordt meestal de aankoopkoers van de factuurdatum gehanteerd.

1. Juist
2. Niet Juist

De boeking van verwerving van goederen buiten de EU is gelijk aan de boeking binnen de EU, behalve:

1. De BTW wordt buiten de EU niet geboekt
2. Er wordt een andere grootboekrekening gekoppeld t.b.v. aangifte

Deze boeking van inkoop binnen de EU is

1. Juist
2. Onjuist

Deze boeking van inkoop binnen de EU is

1. Juist
2. Onjuist

Deze boeking van inkoop buiten de EU is

1. Juist
2. Onjuist

1. Bij verwerving goederen buitenland registreer ik geen BTW
2. Bij verwerving goederen buitenland registreer ik wel BTW

Deze boeking van leveringen binnen de eu is

1. Juist
2. Onjuist