5H 11.2 Transportvaten

H11 Transport
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H11 Transport

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- Inzage SE
- 11.2 leerdoel 5: bloedsomloop
- 11.2 leerdoel 6: drie typen bloedvaten
(3.3 Osmose en Diffusie herhalen)

Slide 2 - Diapositive

Samentrekking boezems
Samentrekking kamers
Ontspanning kamers en boezems

Slide 3 - Question de remorquage

Leerdoelen 11.2 Transportvaten
5. Je beschrijft de grote en kleine bloedsomloop
6. Je beschrijft de bouw en functie van de drie typen bloedvaten

Slide 4 - Diapositive

Functie bloedvatenstelsel
Transport:
  • Zuurstof (O2) van longen naar alle lichaamscellen
  • CO2 van alle lichaamscellen naar de longen
  • Voedingsstoffen van darmen naar alle lichaamscellen
  • Afvalstoffen van alle lichaamscellen naar uitscheidende organen
  • Regulerende stoffen (bijv. hormonen) naar het doelorgaan

Bescherming:
Bloed bevat gespecialiseerde cellen die infecties onschadelijk kunnen maken 
(H21 Afweer, 6 vwo)

Slide 5 - Diapositive

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: Aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 6 - Diapositive

Bloedvaten
Zuurstofrijk/ zuurstofarm
Voedingsstoffenrijk/ -arm

In de organen zitten haarvaten - daar alleen vindt de stoffenuitwisseling plaats.



Slide 7 - Diapositive

Dubbele gesloten bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
zuurstof halen/ CO2 brengen
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:
zuurstof brengen/ CO2 halen
Hart - organen - hart




Slide 8 - Diapositive

Bloedsomloop
Bestudeer BINAS 84A + bron 5





Maak nu de oefening op biologiepagina -->




timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Hoeveel aanvoerende bloedvaten heeft de lever en hoeveel afvoerende?
A
1 aanvoerend, 1 afvoerend
B
1 aanvoerend, 2 afvoerend
C
2 aanvoerend, 1 afvoerend
D
2 aanvoerend, 2 afvoerend

Slide 11 - Quiz

Exit ticket: in tweetallen


Een suikermolecuul komt in je darmen in het bloed en wordt in je nieren verbruikt. Noem alle bloedvaten en onderdelen van het hart die het molecuul passeert. Schrijf op in een lijst onder elkaar, maak gebruik van BINAS tabel 84A.

Bij nakijken: 1 pt voor elk juist onderdeel, -1p voor elke fout. 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Antwoord
(haarvaten in de darmen) - poortader - haarvaten in de lever - leverader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - haarvaten in de longen - longader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - nierslagader - (nierhaarvaten).

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
- Maken 11.2 opdrachten bij leerdoel 5 
- 11.1 HW controle/ vragen?

Slide 14 - Diapositive