vruchten en zaden

Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel, zo'n bloem heeft meer stuifmeel van dan een windbloem.
A
Waar
B
Nietwaar
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel, zo'n bloem heeft meer stuifmeel van dan een windbloem.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 1 - Quiz

Uit een vruchtbeginsel kan een zaad en meerdere vruchtbeginsels groeien.
A
Goed
B
Fout

Slide 2 - Quiz

Wat ontstaat er uit het
vruchtbeginsel?

A
een vrucht
B
een komkommer
C
een appel
D
een tomaat

Slide 3 - Quiz

Wat zit er in een vruchtbeginsel?
A
stuifmeelkorrels
B
zaadbeginsel

Slide 4 - Quiz

1. Nectar is stuifmeel.

2. Windbloemen hebben grote meeldraden die veel stuifmeel maken.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 5 - Quiz

Stuifmeel wordt verspreid door
A
Insecten
B
De wind
C
Zowel insecten als de wind
D
De plant zelf, insecten en de wind

Slide 6 - Quiz

Vruchten en zaden
blz. 151 basisstof 5

Slide 7 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel.

Slide 8 - Diapositive

Vruchten en zaden

Slide 9 - Diapositive

Peulvrucht

Slide 10 - Diapositive

Peulvruchten
Langwerpige vruchten van bonenplanten noemen we 
PEULVRUCHTEN

voorbeelden zijn hiernaast te zien. 

Slide 11 - Diapositive

verschillende pitten en zaden

Slide 12 - Diapositive

Wat blijft er aan de vrucht zitten na de bevruchting
A
De meeldraden
B
De kroonbladeren
C
De kelkbladeren
D
De nectar

Slide 13 - Quiz

wat zijn erwten
A
De vrucht
B
De zaden
C
het vruchtbeginsel
D
Het zaadbeginsel

Slide 14 - Quiz

Pitten zijn hetzelfde als zaden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

geef een voorbeeld van een vrucht

Slide 16 - Question ouverte

Opdrachten maken
Maak opdracht 3 t/m 8 op blz. 154
klaar? werk aan je herbarium.


Slide 17 - Diapositive