Klas 1MHb - les 41 - 27-1-2025 - SP §3 bijvoeglijke naamwoorden spellen

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • Bespreken huiswerk Meer dan lezen §3 - hoofdgedachte (blz. 21-25).
  • Uitleg C7 §3 (blz. 232-233): bijvoeglijke naamwoorden spellen.
  • Huiswerk maken.
       

Slide 2 - Diapositive




Na het maken van C7 SP §3 (blz. 232) kan/weet ik:
  • de korte en lange vorm van bijvoeglijke naamwoorden spellen.
  • stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen.
Doel

Slide 3 - Diapositive

Bespreken huiswerk
LV §3 (blz. 21)

opdrachten 6 t/m 8

Slide 4 - Diapositive

Aantekeningen SP- §3 Bijvoeglijke naamwoorden spellen (blz. 232)
Wat doet een bijvoeglijk naamwoord?
  • dat zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord: meestal een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e): een lekker gerecht; het lekkere gerecht

=> Lange vorm: je zet een -e achter het woord. 

Slide 5 - Diapositive

Aantekeningen SP- §3 Bijvoeglijke naamwoorden spellen (blz. 232)
Soms moet je nog iets anders doen:
  •  een -f in een -v veranderen (f/v-regel): lief-lieve
  • een -s in een -z veranderen (s/z-regel): grijs-grijze
  • de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: mak-makke
  • een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag-trage

Slide 6 - Diapositive

Aantekeningen SP- §3 Bijvoeglijke naamwoorden spellen (blz. 232)
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: 
  •  eindigen meestal op -en: karton-kartonnen
  • niet altijd: nylon-een nylon tas. Dit heeft te maken met de herkomst van het woord (niet oorspronkelijk Nederlands)

Slide 7 - Diapositive

Wat:
SP §3 (v.a. blz. 232): maak opdracht 1

Hoe:
Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw. 

Klaar:
Ga dan verder met opdrachten 2 t/m 5 (dat is ook je huiswerk).




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
2:00

Slide 8 - Diapositive





Na het maken van SP §3 (blz. 232) kan/weet ik:
  • de korte en lange vorm van bijvoeglijke naamwoorden spellen.
  • stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Doel

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Donderdag 30 januari
Maken:
SP §3 (blz. 232)

Maken:

opdrachten 1 t/m 5







Slide 10 - Diapositive