Herhaling H5

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5

De overheid

De overheid bestaat uit:

1. De rijksoverheid
2. De provincie
3. De gemeente
4. Waterschap

Collectieve sector =

overheid en sociale zekerheidinstellingen

• geen winstdoel

Particuliere sector =

bedrijven en burgers

• Wel een winstdoel

Collectieve en particuliere sector

Collectieve sector

Dit zijn voorzieningen die voor iedereen + winstdoel bestemd zijn en door de overheid worden betaald. 

Voorbeelden: 

• ziekenhuis
  
• dijken
  
• Politie

Voorbeelden: particuliere sector

Hoe zat het nog maar?

1. elke zomer geven de ministeries aan hoeveel ze het jaar erna willen uitgeven en waaraan

2. deze voorstellen worden samengevoegd in de rijksbegroting (miljoenennota is de samenvatting hiervan --> koffertje)

3. op prinsjesdag gepresenteerd

4. daarna goed- of afgekeurd

     door het parlement

Sociale zekerheid

Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Dit wordt betaald door de overheid.

Hoe komt de overheid aan dit geld?

•  belastingen
•  premies

Belastingen en premies worden van het brutoloon ingehouden, je ontvangt als werknemer het nettoloon.

Nettoloon

• Het loon dat je ontvangt op je betaalrekening
• Nettoloon = brutoloon - inhoudingen
• Brutoloon = nettoloon + inhoudingen
• Inhoudingen = brutoloon - nettoloon

Uitleg

Brutoloon

Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen

Loonbelasting

Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Progressief belastingtarief

Het belastingpercentage wordt hoger naarmate het belastbaar inkomen toeneemt.

https://www.homefinance.nl/belastingen/belastingtarieven-2019.asp

Vragen?

Maak testjezelf uit je digitale materiaal