- Spelling H1: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
Huiswerk
Vrijdag 4 december:
- maken Spelling hs 1
Leerdoelen:
- Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
- Ik kan komma's gebruiken
- Ik kan verkleinwoorden correct spellen
- Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd correct spellen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E
Vandaag...
- Dagopening
- Spelling H1: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
Huiswerk
Vrijdag 4 december:
- maken Spelling hs 1
Leerdoelen:
- Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
- Ik kan komma's gebruiken
- Ik kan verkleinwoorden correct spellen
- Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd correct spellen
Slide 1 - Diapositive
https:
Slide 2 - Lien
Leerdoelen Spelling H1
- Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
- Ik kan komma's gebruiken
- Ik kan verkleinwoorden correct spellen
- Ik kan persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd correct spellen
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
Hoofdletters
Begin van de zin.
Namen (alle soorten namen) : Overijssel, Lindelaan, Ichthus College, Eva, Aldi
Tussenvoegsels bij namen alleen als voornaam of voorletter ontbreekt: Jan van de Hoek en meneer Van de Hoek, mevrouw J. de Graaf - van Dillen, mevrouw De Graaf - van Dillen
Woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Kamper ui, Limburgse vlaai
maanden, seizoenen, dagen en windstreken krijgen geen hoofdletter: februari, zomer, maandag, oosten
Slide 5 - Diapositive
Leestekens
punt, uitroepteken, vraagteken --> eind van de zin.
komma --> tussen twee persoonsvormen: Toen ik wegfietste, zwaaide ik nog even naar mijn oma.
komma --> voor verbindingswoorden (zie les: formuleren): Ik kom niet, omdat ik me niet fit voel.
Slide 6 - Diapositive
Hoofdletter
Geen hoofdletter
voetbalclub
rebus
kerkstraat
ivoor
amerikaanse
maastricht
estland
elders
dinsdag
inhoud
arnhemmer
roda jc
najaar
anton
noorden
disney
Slide 7 - Question de remorquage
Verkleinwoorden
Van een zelfstandig naamwoord (zn) kun je een verkleinwoord maken:
Zet er: -je, -kje, -pje, -tje of -etje achter.
Let op bij afkortingen (sms'je) en woorden die op een klinker eindigen (fotootje, colaatje, menuutje, hobby'tje, taxietje).
Woorden die op een korte klank eindigen, worden in het verkleinwoord soms lang: glas --> glaasje.
Slide 8 - Diapositive
Maak van de volgende drie zelfstandige naamwoorden het verkleinwoord.
trein radio museum
Slide 9 - Question ouverte
Maak van de volgende drie zelfstandige naamwoorden het verkleinwoord.