KERN 53_mooie zinnen schrijven.

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag?

1. Quiz: test jezelf!

2. Uitleg bij KERN 53.

3. Zelfstandig werken. 

Pak het KERN boek erbij, je schrift/map en pennen.

GEEN laptops vandaag.

Schrijf zinnen met de volgende woorden:

1. De allergie

2. Het immuunsysteem.

3. Iets van de grond krijgen.

Je mag de betekenis op zoeken op de website: woorden.org of in het KERN boek.

Schrijf een zin op met het woord: 'de allergie'

Voorbeeldzin

Hij heeft een allergie voor pinda's. Als hij pinda's eet gaat hij overgeven. 

Schrijf een zin op met het woord 'immuunsysteem'.

Voorbeeldzin

Hij had zo'n goed immuunsysteem, dat hij niet ziek werd van corona. 

Schrijf een zin op met het woord: 'iets van de grond krijgen'

Voorbeeldzin

Het kostte 7 jaar om zijn eigen bedrijf van de grond te krijgen. Daarna was hij miljonair. 

Schrijf een zin op met het woord 'achten'

Voorbeeldzin

De leerlingen waren moe. Daardoor achtten ze zichzelf niet in staat om een goed cijfer te halen. 

Synoniem van achten: vinden (vonden)

Wat valt op aan de oranje woorden?

Schrijftip: begin niet iedere zin op dezelfde manier.

Maak de zin actief:

De pizza werd bezorgd door de buurjongen. (T1)

Uitleg

Passieve zin: De pizza werd bezorgd door de buurjongen.

2 werkwoorden: Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord.

Actieve zin: De buurjongen bezorgde de pizza.

-> Wie bezorgde? De buurjongen.

 1 werkwoord:  Persoonsvorm in de verleden tijd.

Begin de eerste zin met een ander woord dan 'ze':

Ze zijn gisteren op vakantie gegaan. Ze zijn vroeg vertrokken. (T1)

Uitleg

Gisteren zijn ze op vakantie gegaan. Ze zijn vroeg vertrokken.

Welke stellingen zijn juist? (R)

1. Een passieve zin maakt de tekst afwisselend
2. Actieve zinnen zijn duidelijker dan passieve zinnen
3. Een zin moet altijd met een onderwerp beginnen
4. Afwisseling tussen lange en korte zinnen is goed

Zelfstandig werken

Wat?	KERN 53: vraag 1, 2, 3 en 5.
Hoe?	Lees uitleg op bladzij 110. Of overleg met je buurman of buurvrouw.
Tijd?	Tot einde van de les.