BSM: Bewegen en Regelen 2.1 - 2.4 oefentoets

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

BSM: Bewegen en Regelen 2.1 - 2.4 oefentoets

Wat wordt bedoeld met verbale communicatie

1. Informatie delen.
2. Het overbrengen van signalen.
3. Alle communicatie die gebruik maakt van een taal.
4. Elke vorm van uitwisseling van boodschappen via niet-talige signalen/tekens.

Wat is de goede volgorde van communicatie?

1. Medium --> zender --> boodschap --> ontvanger
2. Zender --> boodschap --> medium --> ontvanger
3. Zender --> ontvanger --> boodschap --> medium
4. Zender --> boodschap --> ontvanger --> medium

Noem 3 vormen van non-verbale communicatie.

Noem in welke fase van groepsvorming de groepsleden vertrouwen in elkaar krijgen

Wat wordt bedoeld met LSD?

Hoe noem je de leider als deze evenveel invloed heeft als de groep?

Leg uit wat een instructeur is.

Deze persoon beoordeeld een oefening bij wedstrijden.

1. Scheidsrechter
2. Jurylid
3. Trainer
4. Docent

Geef twee voorbeelden in de sport waarbij de techniek de beslissingen van een scheidsrechter kan ondersteunen.

Waar denk je aan bij een persoonlijke beginsituatie?

Leg de term uit praatje-plaatje-daadje.

Een intrascolair toernooi is een ....

1. Toernooi tussen verschillende teams op 1 school.
2. Toernooi tussen teams van verschillende scholen.
3. Toernooi tussen teams van scholen uit verschillende landen.
4. Toernooi tussen teams van scholen uit verschillende provincies.

Leg kort uit hoe het move up move down systeem werkt.

Gegeven: je moet eerst winnen van iemand van je eigen trede, voordat je iemand boven je mag uitdagen. Hier is sprake van een .....

1. Poule systeem
2. Knock-out met herkansing
3. Ladder systeem
4. Piramide systeem

Hier is sprake van een

1. Poule systeem
2. Ladder competitie
3. Knock-out systeem zonder herkansing
4. Move-up, move- down

Gegeven: 1 tegen 1 basketbal. De verliezer gaat er uit, de volgende tegenstander komt er in. Wat is dit?

1. Roulatie systeem
2. King of court
3. Knock-out systeem
4. Instuif

1. Dit is een poule systeem
2. Dit is een roulatie systeem
3. Dit is een knock-out systeem
4. Dit is een halve competitie

Einde