Kapitel 9 Prima Plus
1 / 19
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ich mag Tee lieber als Milch, aber Orangensaft mag ich am liebsten / lieber / gerner
A
am liebsten
B
lieber
C
gerner
Slide 2 - Quiz
Trinken Sie lieber Bier …………………………. Wein?
A
als
B
dann
C
wie
D
aber
Slide 3 - Quiz
_________--> lieber -->am liebsten
A
gut
B
gern
C
lieb
Slide 4 - Quiz
In het restaurant spreek ik de ober aan met ...
A
de Sie-Form (u)
B
de du-Form (jij-vorm)
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Hoe beoordeelt de
schrijver dit restaurant?
A
Het eten is goed en de prijs ook.
B
Het eten is vers, maar de prijs nogal hoog.
C
Hij had iets anders verwacht van dit Italiaanse restaurant.
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste vertaling van: das Gemüse
A
het fruit
B
de groente
C
de appelmoes
D
de kwark
Slide 8 - Quiz
Geef de vertaling van: het ontbijt
Slide 9 - Question ouverte
Noem 4 dingen die je op de foto ziet.
Antwoord in het Duits
en noem ook telkens het lidwoord.
Antwoord in het Duits
en noem ook telkens het lidwoord.
Slide 10 - Carte mentale
Het tegenovergestelde van 'mit' is ... .
Slide 11 - Question ouverte
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
essen (er blijven 2 over)
essen
esst
isst
esse
isst
essen
iesst
ist
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Vidéo
Waarom is het eten van een appel gezond?
A
Omdat fruit sowieso gezond is.
B
Omdat een appel helpt tegen koorts.
C
Omdat een appel veel vitamines bevat.
D
Omdat een appel slechte vitamines wegjaagt.
Slide 14 - Quiz
Volgens Ernie is de banaan niet alleen lekker, maar ook ... .
A
zuur
B
zoet
C
groot
D
geel
Slide 15 - Quiz
(trinken) ... du gerne Cola?
A
Trinkt
B
Trinkst
C
Trink
D
Trinke
Slide 16 - Quiz
Sprachmittel im Restaurant
super.
Eis.
eine Cola.
die Rechnung, bitte.
Ich esse gern
Es schmeckt
Entschuldigung,
Ich möchte
Slide 17 - Question de remorquage
Welk antwoord is juist op de vraag: Isst du nicht gerne Obst?
A
Ja, ich esse gerne Obst.
B
Doch, ich esse gerne Obst.
Slide 18 - Quiz
Wat zie je op de achtergrond?
A
Kuchen
B
Braten
C
Kartoffel
D
Saft
