leestaak schrijfopdracht taal en kahoot formeel/informeel

leestaak schrijfopdracht taal en kahoot formeel/informeel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

leestaak schrijfopdracht taal en kahoot formeel/informeel

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Tekst lezen fluistertaal
Informele taal/informele taal
Kahoot 
Informele dialoog in tweetallen
presentatie voorbereiden



Slide 2 - Diapositive

tekst lezen
De taal die niet gesproken, maar gefloten wordt

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

            Gesprek voeren
           Conversation

Slide 6 - Diapositive

Informele dialoog
Praat over je achtergrond. 
Stel vragen zoals:
Welke talen spreek je? Wat vind je van het Nederlands? Op welke manier leer jij het Nederlands? Waar en wanneer spreek je Nederlands? Hoe geef jij een presentatie in het Nederlands?

Wissel dan van rol. 

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Opdracht presentatie

Slide 8 - Diapositive

Presentatie
Je mag volgende week maandag presenteren in de klas. Je presentatie is ongeveer 5 minuten. Dit is huiswerk.

Slide 9 - Diapositive

Presentatie
  1. Waar komt de naam “Babel” vandaan?
  2. Hoeveel talen spreken we in Nederland?
  3. In welke landen wordt Nederlands gesproken?
  4. Welke talen zijn verwant aan het Nederlands?
  5. Wat is een dialect? Leg uit in je eigen woorden.
  6. Wat is het verschil tussen een taal en een dialect?


Slide 10 - Diapositive

Presentatie
7. Wat is straattaal? Welke straattaal gebruik jij?
8. Geef een voorbeeld woord van drie Nederlandse dialecten. 
9. Wat is jouw moedertaal?
10. Welke dialecten kent jouw eigen taal?
11. Spreek jij een dialect en hoe heet dat dialect?
Zorg dat je alle vragen beantwoordt. 
Je mag als referentie je language portfolio gebruiken.

Slide 11 - Diapositive

Oefenen
  1. aardig
  2. lekker
  3. veel
  4. dik
  5. laat
  6. druk
  7. goed
  8. gezellig 

Slide 12 - Diapositive