B2B herhaling tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Denk aan je boekopdracht!

- Samenvatting in eigen woorden 

- 8 plaatjes die bij het verhaal passen

- omschrijving bij de plaatjes van minimaal 50 woorden per plaatje

Aankomende vrijdag inleveren!

Herhaling basis 2

LEESVAARDIGHEID

- alineaverbanden en signaalwoorden

Alineaverbanden en signaalwoorden

Alineaverbanden: maken een tekst makkelijker te begrijpen. 

• Voorbeelden: oorzaak-gevolg, doel-middel, voorbeeld-uitleg, mening-argument, tijd, opsomming, samenvatting, conclusie.

Signaalwoorden: laten jou zien wanneer welk alineaverband in een tekst aanwezig is

• voorbeelden: maar, dus, echter, ten eerste, ten slotte, ook, bovendien, vroeger,                         daarentegen, daarom, waardoor, met behulp van, samenvattend

Oorzaak-gevolg 

'Ik heb morgen een toets, daarom leer ik vandaag extra goed voor het vak Nederlands.'

signaalwoorden: daarom, waardoor, hierdoor, de oorzaak hiervan is, met als gevolg

Middel-doel

Door deze herhalingsles ga ik morgen een goed cijfer halen.

signaalwoorden: door, met, waarmee, daarmee, met behulp van

Toelichting - voorbeeld

Alineaverbanden zijn te herkennen aan signaalwoorden. Zo geven signaalwoorden bijvoorbeeld aan wanneer er een verband komt.

signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie

Bedenk zelf een zin met een oorzaak-gevolg. Denk aan de juiste signaalwoorden!

Mening - argument

Ik vind dat we meer moeten lezen op school, want thuis gamen jullie namelijk alleen maar en daar pakken jullie ook geen boek.

signaalwoorden: naar mijn mening, trouwens, want, namelijk, overigens, daarbij komt.

Tegenstelling

Lezen is natuurlijk niet altijd leuk, maar het is wel heel belangrijk. Echter hebben we maar weinig tijd over om dit te doen.

signaalwoorden: echter, maar, aan de ene kant, aan de andere kant, toch, integendeel, enerzijds, anderzijds 

Bedenk zelf een zin met een toelichting of een voorbeeld. Denk aan de juiste signaalwoorden!

Tijd

Eerst ben ik vanochtend opgestaan. Toen heb ik ontbeten en daarna heb ik mijn tas ingepakt.

signaalwoorden: eerst, toen, daarna, tot slot, vervolgens, nadat, dan, hierna. 

Opsomming

Ik houd ontzettend van patat. Ook eet ik heel graag sushi en vis.  Daarnaast ga ik natuurlijk ook graag naar de Mac.

signaalwoorden: ook, en, bovendien, daarnaast, eveneens, tevens, verder, ten eerste, ten tweede.

Conclusie

ik lust dus best wel veel dingen. Concluderend: ik ben een makkelijke eter!

signaalwoorden: dus, concluderend, dat betekent, om die reden, dus, vandaar

'Ik eet heel graag lekkere dingen maar daar word ik dik van dus dat moet ik niet elke dag doen.'
Welk verband zit in deze zin?

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Tijd
4. Samenvatting

Welk signaalwoord hoort bij 'oorzaak-gevolg'?

1. Maar
2. Dus
3. Waardoor
4. Met behulp van

Welk signaalwoord hoort bij 'middel-doel'?

1. Hiermee
2. Daardoor
3. Dus
4. Echter

Bedenk een zin met een tegenstelling erin.

Bedenk een zin met een tijdsverband erin.

Aan het werk!

Zorg ervoor dat je al het huiswerk gemaakt hebt van de volgende lessen:

Les 34, 35, 41, 42, 43, 49, 50 en 51. 

Vergeet niet je boekopdracht in te leveren!