A5B stijlfiguren di 8 jan

Voor de vakantie
uitdrukkingen
beeldspraak
start stijlfiguren
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voor de vakantie
uitdrukkingen
beeldspraak
start stijlfiguren

Slide 1 - Diapositive

doel van de les
Je kan stijlfiguren herkennen en benoemen

Slide 2 - Diapositive

6 typen Stijlfiguren
1: je 'lichter' uitdrukken dan bedoeld
eufemisme
understatement
litotes
ironie

Slide 3 - Diapositive

2. je 'zwaarder' uitdrukken dan bedoeld
hyperbool

Slide 4 - Diapositive

3. iets extra nadruk geven
1. prolepsis ( vooraan in de zin)
2. anticipatie ( met verwijswoorden)
3. repetitio ( herhalen)
4. anafoor ( begin van de zin herhalen)
5. tautolgie  / pleonasme

Slide 5 - Diapositive

3. iets extra nadruk geven
6. enumeratie ( opsomming) met of zonder climax
7. drieslag ( opsomming in drieën)
8. antithese ( tegenstelling) 
9. chiasme ( kruisstelling) 

Slide 6 - Diapositive

4. om de lezer aan het denken te zetten
1. paradox ( schijnbare tegenstelling)
2. oxymoron (paradox met tegengestelde begrippen)
3. retorische vraag

Slide 7 - Diapositive

5. grappig effect 
woordspeling

Slide 8 - Diapositive

6. geleerde indruk maken
allusie ( verwijzing naar bekende personen/ gebeurtenissen/ teksten etc)

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
blz 209
38 en 40 gemaakt
nu maken: 43

Slide 10 - Diapositive