T H5 les 6

Economie Hoofdstuk 5
Werk voor de overheid

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Economie Hoofdstuk 5
Werk voor de overheid

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk: 
Leren 5.1 + 5.2 + 5.3 + 5.6
(+ de flitskaarten) 
+ Maken 5.6
+ Maken test jezelf 5.1 + 5.2 +5.3
(Evt. versterk jezelf)

Slide 2 - Diapositive

Vorige keer: Begrippen 5.6
nettoloon = brutoloon
+ vergoedingen - loonheffing

Progressieve belastingen
Directe belastingen
Inkomstenbelasting

Slide 3 - Diapositive

nettoloon = brutoloon 
+ vergoedingen - loonheffing

  • brutoloon = loon dat werkgever en werknemer afspreken
  • nettoloon = loon dat wordt uitbetaald aan werknemer (op de bank)
                               Dat is je brutoloon - de loonheffing.
  • Loonheffing bestaat uit de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen. Dit wordt ingehouden op je brutoloon.

(Vergoedingen zijn bv de reiskostenvergoeding / onregelmatigheidstoeslag)


Slide 4 - Diapositive

 
Brutoloon
- Loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen)
- Premies werknemersverzekeringen
----------------------------------------------------------------------------------
Nettoloon



De loonheffing is een 
voorheffing van de belastingsdienst! 

Slide 5 - Diapositive

Vandaag

Hoofdstuk 5

Slide 6 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
Zijn er geen onduidelijkheden meer over hoofdstuk 5

Slide 7 - Diapositive

Nu
Maak van elke paragraaf 1 vraag. Minimaal 3 multiple choice vragen van de 6.
Mail ze naar mij; zet ik ze 
in Lessonup.
Einde les of volgende les de vragen

Maken test jezelf 5.4 + 5.5 + 5.6
timer
25:00

Slide 8 - Diapositive

Economie
Hoofdstuk 5
Vragen voor en door leerlingen.

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk: 
Leren Hoofdstuk 5
+ Maken test jezelf 5.4 + 5.5 + 5.6
(Evt. versterk jezelf / oefentoets)
Mail: van elke paragraaf 1 vraag, waarvan 3 MC 
Mail voor 23 -2 waar je nog uitleg over wenst
Toets H5 op 28 februari

Slide 10 - Diapositive

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 11 - Diapositive