18 en 19 juni 2024 P4 Spreek- en leesv.h. Les 17-18

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

T G 2 D

18 juni

Welkom 

Doelen deze week

• Je weet hoe je gescoord hebt op de oefentoets
• Je hebt fictie gelezen
• Je hebt je vragen gesteld over de toetsstof leesvaardigheid (paragrafen 1.3, 2.3, 3.3, 4.3 en 5.3)

=> TEA 4: toets leesvaardigheid

 

Huiswerk

Herhaal de theorie van Leesvaardigheid Hst 1 t/m 5. 

Vier vaste tekststructuren

• Verklaringsstructuur: verschijnsel => oorzaken, gevolgen, verklaringen (bv: broeikaseffect)
• Voor- en nadelenstructuur: voor- en nadelen van een bepaald onderwerp (bv: een nieuw dieet)
• Probleem-oplossingsstructuur: verschillende oplossingen voor een bepaald probleem (bv: voetbalgeweld)
• Conclusie-argumentenstructuur: tekst met argumenten waarna een conclusie volgt (bv: iedereen moet verplicht tweedehands kleding kopen)

Tekstdoel? Tekststructuur? Wat verwacht je?  

Nakijken oefentoets

vraag 1: per goed signaalwoord 0,25 

vraag 2: voorwaarde niet onderstreept? -0,25

vraag 3: 1 punt

vraag 4: 1 punt

vraag 5a: 0,5 / 5b: 0,5

vraag 6: 1 punt

vraag 7: 1 punt

vraag 8: 1 punt

Nakijken oefentoets

vraag 9: 1 punt

vraag 10: 1 punt

vraag 11: 

Score

• 13 punten in totaal
• voorbeeldnormering: 60%;
• 5 punten: 3,1
• 8 punten: 5,7
• 9,5 punten: 7

max. 0,7 aftrek voor spelling, interpunctie en formuleren

Reflectie in je schrift

• Waar heb ik punten laten liggen? 
• Wat ga ik nog doen voor de toets leesvaardigheid Ned? 
• Welk advies wil ik nog horen?

Tekst over Jurre

• Lezen  in stilte; zo precies mogelijk
• ... je mag aantekeningen maken in je schrift
• Tekst inleveren

• Groepjes van drie
  
• Team 1 t/m Team 8
• Eén lid voert antwoord in
• Winnend team krijgt chocola!

Jurre behoort tot een groep jongens waarin veel werkgevers geïnteresseerd zijn.

1. Waar
2. Niet waar

Jurres wekker gaat al vroeg, omdat hij heel vroeg naar school moet.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

Jurre moet dagelijks soms wel 30.000 berichten beantwoorden.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

lees t/m regel 25

De overheid heeft behoefte aan meisjes die kunnen hacken.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

Jurre heeft zichzelf op z'n achtste Engels geleerd.

1. Waar
2. Niet waar

Nog vóór de middelbare school kon Jurre al lange wachtwoorden kraken.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

lees t/m regel 35

Jurre ziet hacken als een soort mysterie.

1. Waar
2. Niet waar

Challenges worden bedacht door hackers als een soort oefening.

1. Waar
2. Niet waar

lees t/m regel 50

Jurre wil iedere baan als bijbaantje, als het maar geen krantenwijk is.

1. Waar
2. Niet waar

Ooit werd Jurre een opdracht aangeboden die hij verdacht vond.

1. Waar
2. Niet waar

lees de rest van de tekst

Waarom wordt Jurres vader in dit artikel genoemd?

Wie zijn de 'onverstandige leeftijdsgenoten'?

Jurre ziet zijn beste vrienden vaak.

1. Waar
2. Niet waar

De check, nu mét de tekst! 

Tussenstand

Jurre behoort tot een groep jongens waarin veel werkgevers geïnteresseerd zijn.

1. Waar
2. Niet waar

Jurres wekker gaat al vroeg, omdat hij heel vroeg naar school moet.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

Jurre moet dagelijks soms wel 30.000 berichten beantwoorden.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

De overheid heeft behoefte aan meisjes die kunnen hacken.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

Jurre heeft zichzelf op z'n achtste Engels geleerd.

1. Waar
2. Niet waar

Nog vóór de middelbare school kon Jurre al lange wachtwoorden kraken.

1. Waar
2. Niet waar
3. Staat niet in de tekst

Jurre ziet hacken als een soort mysterie.

1. Waar
2. Niet waar

Challenges worden bedacht door hackers als een soort oefening.

1. Waar
2. Niet waar

Jurre wil iedere baan als bijbaantje, als het maar geen krantenwijk is.

1. Waar
2. Niet waar

Ooit werd Jurre een opdracht aangeboden die hij verdacht vond.

1. Waar
2. Niet waar

Jurre ziet zijn beste vrienden vaak.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is je conclusie? 

* preciezer lezen? 

* meer aantekeningen maken? 

* meer overleggen voordat je een antwoord geeft?

* ...?

T G 2 D

19 juni

Welkom

Doelen deze week

• Je weet hoe je gescoord hebt op de oefentoets
• Je hebt fictie gelezen
• Je hebt je vragen gesteld over de toetsstof leesvaardigheid (paragrafen 1.3, 2.3, 3.3, 4.3 en 5.3)

=> TEA 4: toets leesvaardigheid

 

Nog vragen over de toetsstof?

Voorlezen

Fictieroman: 

Dwarsloper

zie Teams / Lesmateriaal / P4

Tip: lees dit boek in je vakantie! 

h

Show met Arjen Lubach