2 kader - spelling - verkleinwoorden

2 kader - spelling
Verkleinwoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2 kader - spelling
Verkleinwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les:
  • kun je verkleinwoorden op de goede manier spellen.

Slide 2 - Diapositive

Uitleg: verkleinwoorden
  1. Bij woorden die eindigen op -ng, schrijf je -nkje of -etje.

Voorbeeld:
  • afdeling  - afdelinkje
  • wang -  wangetje

Slide 3 - Diapositive

Uitleg: verkleinwoorden
2. Bij woorden die eindigen op een lange klinker, verdubbel je de klinker. 

Voorbeeld:
  • foto - fotootje
  • café - cafeetje

Slide 4 - Diapositive

Uitleg: verkleinwoorden
3. Bij woorden die eindigen op een -i, voeg je een -e- toe.

Voorbeeld:
  • taxi - taxietje
  • ski - skietje

Slide 5 - Diapositive

Uitleg: verkleinwoorden
4. Bij woorden op een -y na een medeklinker schrijf je een apostrof.

Voorbeeld:
  • pony- pony'tje
  • hobby - hobby'tje
Let op: discjockeytje - de e is geen medeklinker.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg: verkleinwoorden
5. Bij letters, cijfers en afkortingen schrijf je een apostrof.

Voorbeeld:
  • f- f'je
  • tv - tv'tje

Slide 7 - Diapositive

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
cadeautje
B
cadeau'tje

Slide 8 - Quiz

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
lollietje
B
lolly'tje
C
lollytje

Slide 9 - Quiz

Welk verkleinwoord is goed gespeld?
A
cakeje
B
cake'je

Slide 10 - Quiz


A
parapluutje
B
paraplu'tje

Slide 11 - Quiz

Aan de slag...
Je gaat nu opdr. 6 op blz. 227 maken. Als je de regels niet meer weet, bekijk dan het gele stukje theorie boven de opdracht.

Slide 12 - Diapositive

Tijd voor het dictee
Ik lees 10 zinnen voor en per zin herhaal ik 2 woorden. Deze twee woorden schrijf je goed op in je schrift. Succes!!

Slide 13 - Diapositive

Inleveren
Als je klaar bent met de weektaak, lever dan een foto van je opdrachten in bij de opdracht (spelling: week 2) in Teams.

Slide 14 - Diapositive