Temperatuur, ademhaling en gewicht

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktijkles ADLMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Sleep de temperatuur metingen 
naar het juiste meetbereik in graden Celcius
-10 tot 100 °C
35 tot 42 °C
60 tot 300 °C
0 tot 1800 °C
Meten van de temperatuur 
van je lichaam.
Meten van de temperatuur 
van een oven.
Meten van de temperatuur 
van lava uit 
een vulkaan.    
Meten van de temperatuur van kokend water.

Slide 2 - Question de remorquage

noem 2 manieren van temperatuur opmeten bij de zorgvrager

Slide 3 - Question ouverte

Hier zie je 4 verschillende thermometers

Slide 4 - Diapositive

Welke thermometer van de vorige slide gebruik je voor het meten van de temperatuur van je lichaam?
A
Thermometer 1
B
Thermometer 2
C
Thermometer 3
D
Thermometer 4

Slide 5 - Quiz

Wat is signaleren?

Slide 6 - Question ouverte

met welke zintuigen neem je waar

Slide 7 - Question ouverte

Noem 4 voorbeelden van veranderingen

Slide 8 - Question ouverte

Noem bij een signaal mogelijkheden om tot actie over te gaan

Slide 9 - Question ouverte

welke signalen bij verandering in de gezondheid zijn er bij ziekte?

Slide 10 - Question ouverte

Welke manier van temperatuur opnemen heeft de voorkeur, waarom?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een normale lichaamstemperatuur?
A
0 °C
B
-10 °C
C
37 °C
D
50 °C

Slide 12 - Quiz

welke signalen wijze mogelijk op koorts
A
wit zien, niet plassen, rillerig
B
rood zien, warm aanvoelen, ademhaling en polsslag sneller
C
ademhaling en polsslag erg langzaam
D
rood zien, rillerig, misselijk

Slide 13 - Quiz

waarom nemen we de temperatuur van baby's op, ook al is de baby niet ziek?

Slide 14 - Question ouverte

hoe vaak neem je de temperatuur van een pasgeboren baby op?

Slide 15 - Question ouverte

wat kan een gevolg zijn van koorts bij kleine kinderen/
A
kind krijgt het niet meer warm
B
kind krijgt rillingen
C
kind eet niet meer
D
er is kans op een koortsstuip

Slide 16 - Quiz

Verschillende soorten thermometers

Slide 17 - Diapositive

Welke lichaams thermometers ken je

Slide 18 - Question ouverte

Wat doe jij zelf als je koorts hebt?

Slide 19 - Question ouverte

Wat kan je met de nachtdienst controleren als de zorgvrager slaapt?
WAAR
NIET WAAR
Ademhaling
Transpireren
Onrust
Psychische klachten 

Slide 20 - Question de remorquage

Waardoor kan hyperventilatie ontstaan

Slide 21 - Question ouverte

wat kun je doen tijdens een
hyperventilatie?

Slide 22 - Carte mentale

Wat is een normale ademhaling?

Baby’s: 130 hartslagen
Vijf- tot twaalfjarigen: tachtig tot honderd hartslagen
Volwassenen: zestig tot zeventig hartslagen

Slide 23 - Diapositive

In het volgende fragment zie je hoe je bij jezelf de ademhaling kunt opmeten.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

nu ga je je eigen ademhaling opmeten. Doe dit 3 keer met steeds een tussenpauze van 5 minuten. Schrijf de uitslagen op

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Les 99: Gewicht meten 
met kilogram (kg) en gram (g)

Slide 28 - Diapositive

Noem 3 aandachtspunten bij het wegen van een zorgvrager

Slide 29 - Question ouverte

noem mogelijke oorzaken waarom iemand is vermagert

Slide 30 - Carte mentale

Welke stappen onderneem je als een zorgvrager sterk is afgevallen?

Slide 31 - Question ouverte

Noem mogelijke oorzaken waarom iemand zwaarder is geworden

Slide 32 - Carte mentale

Welke stappen onderneem je als een zorgvrager sterk is toegenomen in gewicht?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Vidéo

Polsslag
    Door de pompwerking van het hart zetten bloedvaten uit en trekken samen terwijl het bloed erdoorheen stroomt. Deze hartslag kan gemakkelijk worden gemeten door de kloppingen te tellen van een bloedvat in de pols, vlak onder de duim. Dit wordt de polsslag genoemd.
    In afbeelding 8 zie je hoe je de polsslag kunt opnemen.

Slide 35 - Diapositive

Als iemand bleker of geler ziet dan normaal, kan er sprake zijn van een ziekte

Slide 36 - Question ouverte

wat is een normale polsslag voor volwassenen
A
tussen 20 en 40 slagen per minuut
B
tussen 60 en 80 slagen per minuut
C
tussen 70en 90 slagen per minuut
D
tussen 80 en 110 slagen per minuut

Slide 37 - Quiz

Wat is er mogelijk aan de hand? schrijf de juiste antwoorden achter de volgende veranderingen
Iemand gaat geler zien, en heeft ook geel oogwit:
Een blauw puntje van de neus en blauwe lippen :
Iemand ziet bleek:

Slide 38 - Diapositive

wat meet je als je de polsslag opneemt?
A
bloeddruk
B
ademhaling
C
hartslag
D
vetpercentage

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Vidéo

Neem nu zelf je pols op
op beide manieren en schrijf de uitslag op

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Vidéo