vitale functies les 2 periode 4 2022

1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
gezondheid en ziekteMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Doelen 

 Lichaamsfuncties meten
 - Pols tellen
- Ademhaling tellen
- Temperatuur opnemen









Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitale functies

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn vitale functies

Slide 4 - Carte mentale

De vitale functies van de mens zijn de lichaamsfuncties die de mens in leven houden
Onder de vitale functies vallen:

  • Hartslag
  • Hersenfunctie
  • Ademhaling

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het ademhalingsstelsel
bestaat uit:

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling observeren
Zorgvragers met een stoornis of een te verwachten stoornis van de ademhaling

Slide 7 - Diapositive

Het ademhalingscentrum, dat ligt in het verlengde merg, regelt de ademhaling.
Normaal verloopt de ademhaling automatisch. Wel kun je de ademhaling tot op zekere hoogte beïnvloeden. Je kunt sneller of langzamer, dieper of minder diep ademen. Ook is het mogelijk je adem een tijdje in te houden

wat is het gemiddelde aantal ademhaling per minuut bij de mens

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afwijkende ademhaling
Kussmall – ademhaling:
Regelmatige diepe ademhaling.
Komt voor bij bewusteloosheid door een verhoogde bloedsuikerspiegel

Cheyne – stokes – ademhaling:
Onregelmatige en ongelijkmatige ademhaling
Het is een in diepte toenemende ademhaling, die geleidelijk oppervlakkiger wordt, waarnaar een korte of langere adampauze volgt.
Dit beeld zie je vaak bij mensen die op sterven liggen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met de frequentie van de hartslag

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag
De frequentie van de hartslag wordt o.a. beïnvloed door:  
• leeftijd; 
• geslacht; 
• lichaamsbeweging





Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag
  • Mannen hebben over het algemeen een lagere hartfrequentie dan vrouwen.
  • Bij lichaamsbeweging heeft het lichaam meer zuurstof nodig.
  • Om de aanvoer van zuurstof toe te laten nemen is een hogere hartfrequentie nodig.
  • Wanneer nemen we de pols op?

Hartafwijkingen, medicijnen, hersenaandoening

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pols tellen: wat observeer je?
  • Frequentie (60 - 100 x per minuut)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme, regelmaat
  • Spanning en volume (vulling)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordelen frequentie hartslag 
De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut. 
De normaalwaarde  tussen de 60 en 100 slagen per minuut. 

Van invloed op de frequentie:​
​emoties​
koorts (bij een temperatuurstijging van 1 °C neemt de hartfrequentie met acht tot twaalf slagen toe)​
bloedingen​
hartafwijkingen​
bepaald medicijngebruik






Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordelen frequentie hartslag 
Een hartfrequentie van minder dan 60 slagen per minuut wordt een bradycardie genoemd. 
Symptomen: Duizeligheid, vermoeidheid,  neiging tot flauwvallen


Wanneer de hartfrequentie meer dan 100 slagen per minuut bedraagt, wordt dit een tachycardie genoemd.
Symptomen: kortademig, plotselinge zwakte,
 drukkend gevoel op de borst,  visusklachten

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartoverslag
Een overslag is een krachtige hartklopping die aanvoelt als een slag op de grote trom. Meestal is een overslag onschuldig.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar kun je de hartslag meten

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan je de hartslag voelen?
Altijd een slagader

De arterie is het best voelbaar wanneer deze vlak onder de huid loopt over een harde ondergrond( bot of weefsel)​


Regulair​


Irregulair

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag meten

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag meten
Golfbeweging van het bloed in de arteriën​


Met 2 of 3 vingertoppen tegendruk te geven op arteriewand (niet duim)​

Arteriën die dicht aan de oppervlakte van de huid liggen ​

Arteriën die tegen een harde onderlaag als bot of spieren aan liggen





Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het tellen van de pols doe je bij​ 

Voorkeur bij de pols.​

Met je tweede ,derde en vierde vinger. Niet​
Met de duim.​

15 seconde (x4) bij een regelmatige hartslag​
30 sec/ 60 seconde bij een onregelmatige hartslag






Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hartslag observeren
Je observeert de hartslag gedurende 15 seconden
Om nu de hartslag per minuut te kunnen bepalen wordt de uitslag maal 4 vermenigvuldigd.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

temperaturen
Soorten thermometers
Hoe je je lichaamstemperatuur opmeet, hangt af van de thermometer die je gebruikt. Er bestaan verschillende soorten thermometers, namelijk:

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten thermometers

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

meten van de temperatuur
Normale lichaamstemperatuur tussen 36,5 °C en 37,5 °

Ondertemperatuur (hypothermie)  onder 36,1 °C

Verhoging (subfebriele temperatuur)  tussen 37,5 °C en 38 °C

Koorts 38 °C en hoger 

Overtemperatuur (hyperthermie) boven 41 °C

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 tempcontrole oor
Gebruik voor iedere meting een schoon lensdopje.

Meet niet in het oor waarop gelegen is.

In geval van afwijkende meting, de meting na 5 minuten herhalen.

Indien een exacte temperatuurmeting noodzakelijk is, dan temperatuur opnemen met behulp van een rectaal thermometer.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rectale temperatuurmeting
Meest betrouwbare meting
Rectale temperatuur controle niet bij;

  • Recente operatie aan het rectum of prostaat;
  • verwondingen aan het rectum of perineum.
  • Voorzichtigheid is geboden bij:
  •   diarree
  •  aambeien.
.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Axillair
  • onder de oksel
  • diep plaatsen
  • arm goed dichthouden

+ gebruiksvriendelijk
-niet veel gebruikt
- minder nauwkeurig

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak in Thieme Meulenhoff
Thema 7.26 vraag 5 t/m 7    en
 Thema 2.8 vraag 3.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak in Thieme Meulenhoff
Thema 7.26 vraag 5 t/m 7    en
 Thema 2.8 vraag 3.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk meten, Riva Rocci (RR)
Wat is een andere benaming voor bloeddruk meten?​


Wat meet je bij het meten van de bloeddruk?​
De druk die uitgeoefend wordt op de vaten. Is afhankelijk van de kracht waarmee het hart het bloed de vaten inpompt.


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk meten

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van bloeddruk meten bij welke indicatie?
  • Wordt gedaan als onderdeel van keuringen
  • Zwangerschapscontroles
  • Geeft zicht op de toestand van de zorgvrager
  • Ter controle van een behandeling van hypertensie
  • Na operaties ( daling van de bloeddruk kan wijzen op een inwendige bloeding
  • Geeft informatie over conditie hart en bloedvaten

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft invloed op de bloeddruk


Of een gemeten bloeddruk normaal is, hangt onder meer af van:​
Leeftijd​
emotionele toestand​
Koorts​
bloedverlies. 




Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Normale bloeddruk

Een normale gemiddelde bloeddruk is bij: ​

oudere zorgvragers: 160/90 mmHg​
volwassenen: 120/80 mmHg​
kinderen: 110/60 mmHg​
baby’s: 90/60 mmHg​

Hypertensie nadat 3-5 metingen te hoog zijn​





Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Contra-indicaties;
Er wordt geen bloeddruk gemeten aan: 

  • een gewonde of oedemateuze arm;
  • een verlamde arm (bijv. bij CVA);
  • een arm waar een infuus inzit;
  • een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat als het meten niet lukt?
Manchet zit te los​

Verkeerde plek om te luisteren​
Is de stethoscoop in orde

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk meten ausculatoir

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak in Thieme Meulenhoff
Thema 7.26 vraag 5 t/m 7    en
 Thema 2.8 vraag 3.

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions