Les 3C thema 11 Zebra logeren

Les 3C thema 11 Zebra logeren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Les 3C thema 11 Zebra logeren

Slide 1 - Diapositive

Welke nieuwe woorden heb je geleerd over het thema 'logeren'?

Slide 2 - Carte mentale

Siem belt Domino's om een pizza te ___________________
A
Kopen
B
Redden
C
Bestellen
D
Betalen

Slide 3 - Quiz

Tareq stapt op zijn ____________ en ________ de pizza.
A
koffer - aangeeft
B
vliegtuig - brengen
C
boot - geeft
D
brommer - brengt

Slide 4 - Quiz

Efe is een beetje laat. Hij moet _____________ om op tijd te komen _________ dan wordt de juf boos.
A
hollen - want
B
rennen - omdat
C
schrikken - want
D
huilen - omdat

Slide 5 - Quiz

De chauffeur moet hard __________ voor het rode stoplicht

Slide 6 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? Een ....

Slide 7 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? Het ....

Slide 8 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? De ....

Slide 9 - Question ouverte

Wat zie je op de foto? De ....

Slide 10 - Question ouverte

In de vakantie ga ik bij mijn tante........
A
logeren
B
reizen
C
inchecken
D
instappen

Slide 11 - Quiz

In de vakantie ga ik bij mijn tante........
A
logeren
B
reizen
C
inchecken
D
instappen

Slide 12 - Quiz

In de trein kan de ........... je ticket controleren.
A
piloot
B
machinist
C
chauffeur
D
conducteur

Slide 13 - Quiz

Op het station in Rotterdam moet ik.......om in Amsterdam te komen
A
Inchecken
B
Overstappen
C
Instappen
D
Landen

Slide 14 - Quiz

Dit doe je met een boot=

Slide 15 - Question ouverte

Uit de trein of bus gaan=
A
Uitstappen
B
Instappen
C
Inchecken
D
Opladen

Slide 16 - Quiz

De man of vrouw die in een auto of bus rijdt.

Slide 17 - Question ouverte

Als het heel druk is in de trein
A
De file
B
De automaat
C
De knop
D
De spits

Slide 18 - Quiz