Bloemen - vragen

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad
1 / 25
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 1 - Question de remorquage

Stempel
Vruchtbeginsel
Stijl

Slide 2 - Question de remorquage

Hoe heet de mannelijke voortplantingscel van een plant?

Slide 3 - Question ouverte

Bij welke pijl
is er sprake
van bestuiving?
A
pijl a
B
pijl b
C
pijl c
D
geen van de pijlen

Slide 4 - Quiz

Insectenbloem
Windbloem
Gekleurde kroonbladen
Nectar
Veel stuifmeelkorrels
Gladde stuifmeelkorrels
onopvallende bloemetjes
Kleverige stuifmeelkorrels
Geurend
Stamper hangt buiten de kroonbladen 
Meeldraad hangt buiten de kroonbladen 

Slide 5 - Question de remorquage


Wat is de juiste volgorde?
Eerst moet de stuimeelkorrel op de stempel komen.
Daarna groeit deze naar beneden.
Als hij bij het zaadbeginsel is aangekomen kan hij de eicel bevruchten
A
groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting, zaadvorming
B
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bestuiving, bevruchting
C
zaadvorming, groei stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
D
bestuiving, groei stuifmeelbuis, bevruchting, zaadvorming

Slide 6 - Quiz

In welk onderdeel van een bloem vindt bevruchting plaats?




A
Helmknop
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zaadbeginsels zie je hier?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 8 - Quiz

Kijk goed!
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
geen bestuiving, wel bevruchting
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 9 - Quiz

Basisstof 4
Vruchten en zaden

Slide 10 - Diapositive

Na bevruchting
Zaad- en vruchtbeginsel groeien
Kroonbladeren + meeldraden vallen af
Vruchtbeginsel wordt langer
Bloemkelk en stijl verschrompelen.

Boon rijp? zaadhuid wordt donkerder
Vrucht breekt open en zaden komen vrij.

Slide 11 - Diapositive

Wat gebeurt er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 12 - Quiz




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 13 - Diapositive

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 14 - Diapositive

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 15 - Question de remorquage

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 16 - Quiz

Hoeveel stuifmeelbuizen zijn minstens gegroeid door deze stijl als er honderd zaden ontstaan?
A
200
B
100
C
1
D
50

Slide 17 - Quiz

Hoeveel eicellen zijn bevrucht als er honderd zaden ontstaan?
A
50
B
1
C
200
D
100

Slide 18 - Quiz

Basisstof 6
Verspreiding van vruchten en zaden

Slide 19 - Diapositive

Door plant zelf

Slide 20 - Diapositive

Door wind

Slide 21 - Diapositive

Door dieren

Slide 22 - Diapositive

Door poep

Slide 23 - Diapositive

Wat moet je weten?
  • Meeldraden: helmdraad, helmknop: helmhokje, stuifmeelkorrels (mannelijk)
    . Stamper: stempel, stijl, vruchtbeginsel: zaadbeginsels: kern, eicel (vrouwelijk) 
  • Bestuiving: overbrengen stuifmeel van meeldraad op stempel van stamper
    . Zelfbestuiving: dezelfde bloem of andere bloem op dezelfde plant bestuiven. Kruisbestuiving: bloem van een andere plant bestuiven (insectenbloemen, windbloemen) 
  • Bevruchting: stuifmeelkorrel op stempel vormt stuifmeelbuis, kern stuifmeelkorrel versmelt met kern eicel in vruchtbeginsel. Eén stuifmeelkorrel kan één eicel bevruchten. (Geslachtelijke voortplanting)
    , voor elke bevruchtte eicel ontstaat een zaadje, bloembodem kan vruchtvlees worden 
  • Verspreiding vruchten en zaden: door plant zelf, door de wind, door dieren

Slide 24 - Diapositive

wind
dieren
plant zelf

Slide 25 - Question de remorquage