Les 7 Soorten Niveau's

Les 3 Niveau's binnen de GHZ
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 3 Niveau's binnen de GHZ

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Presentatie: Puber 
- Wat is een verstandelijke beperking?
- Soorten niveaus
- Portfolio
- Wat leren voor de toets

Slide 2 - Diapositive

Wat is een verstandelijke beperking? 
Wanneer je IQ is vastgesteld en lager dan 75 - 70 is. 

Naast het IQ wordt er gekeken naar het vermogen van:
  • Zelfredzaamheid en om zelfzorgactiviteiten uit te kunnen voeren zonder hulp van anderen, 
  • Het vermogen van sociale vaardigheden, verantwoordelijkheden, 
  • Communicatie, 
  • Onafhankelijkheid. 

Slide 3 - Diapositive

Wat kunnen oorzaken zijn van een verstandelijke beperking? 

Slide 4 - Diapositive

Oorzaken van een verstandelijke beperking:
  •  Het zit in de familie. Je moeder of vader heeft ook een verstandelijke beperking.
  • Je kunt een syndroom of stoornis hebben waarbij een verstandelijke beperking een van de gevolgen is.
  • Tijdens de zwangerschap zijn je hersenen niet helemaal goed gegroeid. Dit kan komen als je moeder ziek wordt, heel veel rookt of heel veel drinkt.
  • Tijdens de bevalling heb je even geen zuurstof gehad.
  • Een hersenvliesontsteking of ziekte. 
  • Een ernstig ongeluk kan ook de oorzaak zijn van een verstandelijke beperking. In dat  geval spreken we van een niet-aangeboren verstandelijke beperking.


Slide 5 - Diapositive

Verschillende 'niveau' van beperkingen
Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen: 
• Licht verstandelijke beperking (LVB)
• Matige verstandelijke beperking (MVB)
• Ernstige verstandelijke beperking (EVB)
• Zeer ernstige verstandelijke beperking (ZEVB)
Soms gaat een verstandelijke beperking gepaard met gedragsproblemen of een psychische aandoening.

Slide 6 - Diapositive

Licht verstandelijke beperking (LVB)
  • Het IQ ligt tussen de 50 en 70
  • Valt vaak pas op in de schoolleeftijd. (achterstand in schoolse vaardigheden) 
  • Zijn grote verschillen in zelfredzaamheid.
  • Redden zich redelijk in uitdrukken, omgaan met geld, lezen. 

( Voorbeeld van michel met de trein) 

Slide 7 - Diapositive

Matig verstandelijke beperking (MVB)
  • IQ tussen 35 en 55
  • Motoriek ontwikkelt redelijk, maar is vaak grof/ houterig.
  • Taal is eenvoudig.
  • Kunnen aangeven wat ze willen en aanleren om zichzelf aan te kleden, zelfstandig eten en drinken.
  • Kunnen niet zelfstandig reizen, wonen of werken

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Ernstig verstandelijke beperking (EVB)
  • IQ tussen 20 en 40.
  • Op zeer jonge leeftijd zijn er al grote verschillen te zien, zoals:
    achterstand grove motoriek, manier van contact leggen.
  • De meeste kunnen nooit lopen en sommige altijd bedlegerig. 
  • Kunnen vaak niet spreken, zeer klein bereik in reacties kunnen geven. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Diepe verstandelijke beperking
  • IQ lagen dan 20/25
  • Nauwelijks contact met omgeving.
  • Vrijwel altijd bedlegerig.
  • Vaak sondevoeding. 
  • Lichamelijk zeer kwetsbaar, overlijden vaak jong. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Stoornis, Beperking of Handicap
Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt. Toch hebben ze allemaal een andere betekenis! 

Slide 15 - Diapositive

Stoornis
Een stoornis is een defect of het ontbreken van een orgaanfunctie of orgaan. Dit kan zijn op het gebied van:
  • Cognitie;
  • Zintuigen;
  • Taal;
  • Organen;
  • Ledematen.
Een stoornis is altijd objectief: het kan vastgesteld worden door een arts of psycholoog.
Een zorgvrager met een stoornis heeft te maken met tekorten in het uitvoeren van vaardigheden. Het functioneren is verstoord. 

Slide 16 - Diapositive

Beperking
Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. Een beperking is de vermindering van mogelijkheden ten aanzien van gedrag of activiteiten. Dit kan op het gebied van:
  • Communicatie;
  • Verzorging;
  • Lichaamsbeweging;
  • Vaardigheden;
  • Gedrag.
Een beperking wordt dus “beperking” genoemd als er beperkingen zijn bij het verrichten van bepaalde activiteiten. De meeste activiteiten zijn dan nog wel te verrichten als dit op een aangepaste manier kan.

Slide 17 - Diapositive

Handicap
Bij een handicap gaat het om de nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Door een stoornis of beperking is iemand niet in staat om goed aan de samenleving deel te nemen.

Niet iedereen met een stoornis (die een beperking veroorzaakt) heeft het gevoel een handicap te hebben. 

Slide 18 - Diapositive

In je Portfolio voor 18-10!

Slide 19 - Diapositive

Leren voor de toets 28-10!
  • Boek sociale communicatieve vaardigheden.
Hoofdstuk: 1 Basisvaardigheden
Hoofdstuk: 2 Observeren
Hoofdstuk: 4 Vertrouwensrelatie 

College: Ontwikkelingspsychologie ( + uitwerking presentaties)
College: IQ-EQ
College: Wat is VB/ Verschillende Niveaus

Slide 20 - Diapositive