2.4 Neerslag
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Vidéo
Wat is stuwingsneerslag?
A
Neerslag die ontstaat door dalende lucht
B
Neerslag die ontstaat door verdamping
C
Neerslag die ontstaat door opstijgende lucht
D
Neerslag die ontstaat door frontale bewegingen
Slide 14 - Quiz
Wat betekent loefzijde?
A
Kant van een gebergte waar lucht snel beweegt
B
Kant van een gebergte waar lucht daalt
C
Kant van een gebergte waar lucht stijgt
D
Kant van een gebergte waar geen neerslag valt
Slide 15 - Quiz
Wat is condensatie?
A
Het overgaan van waterdamp naar vloeibaar water
B
Het smelten van ijs
C
Het bevriezen van water
D
Het verdampen van vloeibaar water naar waterdamp
Slide 16 - Quiz
Waar komt stijgingsneerslag het meeste voor?
A
In tropische regenwouden
B
Bij bergachtige gebieden
C
In droge woestijngebieden
D
In poolgebieden
