v2 - 6/3

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Plan for today
Goal 
BBC Newshound
Grammar
Time to work 

Slide 2 - Diapositive

Goal
At the end of this lesson I know how to use the future tense. 

Slide 3 - Diapositive

BBC Newsround
Pay attention and write down difficult words you don't know. We will discuss this after. 

Slide 4 - Diapositive

What do you need to know for tomorrow?
- Words Ch3 
- Adjectives and Adverbs
- Past Simple vs Present Prefect 

Slide 5 - Diapositive

(A) little / (a) few / (a) lot(s) of
Hoe zat het ook al weer? 

Slide 6 - Diapositive

FUTURE PRESENT SIMPLE

Je kunt de present simple gebruiken als je spreekt over tijdschema’s, roosters en dienstregelingen in de toekomst (dit noemen we dan de future present simple):

- My work starts at nine o'clock.
- We stay in Paris for one more week.
- The bus leaves in 30 minutes.


Slide 7 - Diapositive

WILL & TO BE GOING TO 
Je gebruikt will + hele werkwoord als:
- iemand een voorspelling doet zonder dat er bewijs is.
- iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat op dat moment aangeeft.

- Marly: "Let's go on holiday with a nice group of friends!"
- Patrick: "What a good plan! We will invite our dear friends to come with us!"
--> Patrick geeft het op dit moment aan --> will + hele werkwoord

- I think that the weather will be fantastic tomorrow
- Perhaps the sun will shine tomorrow.
--> Er is geen bewijs --> will + hele werkwoord

Slide 8 - Diapositive

WILL & TO BE GOING TO 
Je gebruikt to be going to + hele werkwoord als:
- iemand een voorspelling doet en er bewijs is.
- iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat al vaststaat / eerder is afgesproken.

- Frits: "Patrick told me you're going on holiday."
- Marly: "Yes, we are going to invite our dearest friends to come with us."
--> Het is al eerder afgesproken --> to be going to + hele werkwoord

- He read that the weather is going to be great next week.
- Look at the dissappearing clouds. It is going to be sunny any moment now.
--> Er is wel bewijs (hij las het / ziet het gebeuren) --> to be going to + hele werkwoord

Slide 9 - Diapositive

Even op een rijtje
  • Je gebruikt de future present continuous voor afspraken die je hebt gemaakt die nog gaan plaatsvinden.
  • Je gebruikt de future present simple als je spreekt over tijdschema’s, roosters en dienstregelingen.
  • Je gebruikt will + hele werkwoord als:
- iemand een voorspelling doet zonder dat er bewijs is.
- iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat op dat moment aangeeft.
  • Je gebruikt to be going to + hele werkwoord als:
- iemand een voorspelling doet en er bewijs is.
- iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat al vaststaat / eerder is afgesproken.

Slide 10 - Diapositive

Time to work
What:
Go to classroom and do the worksheets. 
How:
Individually or in duo's. 
Time:
20 minutes
Done:
Read Theory.

Slide 11 - Diapositive