Breingeheimen II Thema 1 les 3

Breingeheimen II Thema 1 les 3 
Jongens- en meisjes hersenen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Breingeheimen II Thema 1 les 3 
Jongens- en meisjes hersenen

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
We hebben een vragenlijst ingevuld, waarin 
allerlei vaardigheden stonden die handig zijn.
Je hebt gezien dat je sommige dingen al heel 
goed kunt maar dat nog niet alles heel 
gemakkelijk gaat. 
Je hebt 1 vaardigheid uitgekozen waar je 
beter in zou willen zijn. 
Daar heb je een leerdoel van gemaakt.
 en daar mocht je een motivatiekaartje van maken.

Slide 2 - Diapositive

Aan welk doel ga jij werken?

Slide 3 - Question ouverte

Wat levert het je op als je dat beter onder de knie hebt?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe gaat het je lukken om er beter in te worden?

Slide 5 - Question ouverte

Wat merk je dat er al beter/anders gaat?

Slide 6 - Question ouverte

Moet je iets veranderen in de manier waarop je aan je doel werkt?
Zo ja wat?

Slide 7 - Question ouverte

Wat hebben we de vorige les gedaan?
* een activiteit om te kijken hoe goed jouw kleine hersenen               werken.
* een idee krijgen van wat er in je brein verandert als je puber         bent.
* geleerd waarom het zo moeilijk is voor pubers om
    in slaap te komen en om uit bed te komen.


Slide 8 - Diapositive

Als je aan sport doet, een muziekinstrument leert bespelen of een andere hobby hebt,
wat gebeurt er dan in je hersenen?

Slide 9 - Question ouverte

Welke slimme manieren gebruik je wel eens om iets goed te onthouden?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe kun je zelf invloed hebben op hoe je hersenen zich ontwikkelen?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is het belangrijk om goed uitgeslapen op school te komen?
A
Dan voel je je beter en daardoor presteer je beter.
B
Dan ben je meestal wat vriendelijker in de omgang.
C
Dat hoef je helemaal niet, dat ben ik nooit.
D
Je hebt je rust nodig, omdat er heel veel in je lichaam en hersenen verandert

Slide 12 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat je weet wat er verandert in de puberteit?
A
Dan heb je een goed excuus als iets niet lukt.
B
Dat is helemaal niet belangrijk.
C
Dan kun je er rekening mee houden.
D
Dan weet je dat je net zo denkt als volwassenen.

Slide 13 - Quiz

Doel van de les:
  • vaardigheden weten waarin jongens/mannen meestal beter zijn dan meisjes/vrouwen en andersom.
  • begrijpen waarom het belangrijk is om dat te weten.
  • Je ervan bewust worden dat je in de vaardigheden waarin de  andere sekse vaak beter is, zeker zelf ook goed kunt zijn! 

Slide 14 - Diapositive

Overeenkomsten en verschillen
- verschil in uiterlijk
-verschil in hersenen
-Gevolgen voor gedrag
- gevolgen voor hoe je leert


We lezen samen de Breingeheimen op blz. 16 en 17

Slide 15 - Diapositive

 Jongens tegen de meisjes
Wie is de beste????
We gaan groepjes maken van jongens en van meisjes:
-kubus kijken
-cijferreeksen
-ander woord voor
                                               Durf je het aan ?????

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Maak de opdracht met je groepje: 
Meisjes schrijven op:
-waar de jongens op school beter in zijn.
Jongens schrijven op:
-waar de meisjes op school beter in zijn.
Na het bespreken gaan we verder met
 bladzijde 16 en 17.

Slide 17 - Diapositive

Uit onderzoek blijkt:
  • Jongens en meisjes zijn gemiddeld even goed in wiskunde.
  • Er zijn bij jongens wel meer jongens slechter dan gemiddeld en veel beter dan gemiddeld, dan bij meisjes. 
  • De meeste jongens zijn er dus òf heel goed in òf helemaal niet.
  • In landen waar meisjes veel zelfvertrouwen hebben, presteren ze evengoed als de jongens, (VS en in Scandinavië). 
  • In Nederland en België presteren de meisjes 
  • iets minder. Dus kom op met dat zelfvertrouwen
  • meiden!!!!

Slide 18 - Diapositive

Het jongensprobleem
  • De puberteit begint later dan bij meisjes en verloopt trager.
  • Jongens hebben meer behoefte aan beweging en dat  kunnen ze in de klas niet kwijt.
  • Jongens kunnen hun gevoelens niet zo goed uiten en dat maakt dat ze niet zo goed kunnen omgaan met terleurstellingen.
  • Jongens zijn minder "talig" ingesteld en op school is alles juist wel heel "talig". 
  • Jongens zijn goed in zelfstandig oplossingen bedenken, ingewikkelde plannen maken en ingewikkelde vraagstukken te versimpelen.

Slide 19 - Diapositive

Vraag voor de jongens:
Wat zou jullie helpen om beter te leren op school?

Slide 20 - Diapositive

Vraag voor de meisjes:
Wat zou jullie helpen om beter te leren op school?

Slide 21 - Diapositive

Wat heb je eraan om te weten
waar jongens beter in zijn
en waar meisjes beter in zijn?

Slide 22 - Carte mentale

Dit is mij het meest
bijgebleven
van deze les:

Slide 23 - Carte mentale