(2mavo) Amsterdam in de gouden eeuw paragraaf 2 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Planning:
Introdcutie
Uitleg paragraaf 2: Grachtenpanden + een grote verandering blz. 11 tekstboek
maken opdracht 5 t/m 9 paragraaf 2 blz. 10/11/12
nabespreken paragraaf 2
afsluiting

Aan het einde van de les kan/weet je:

• hoe de grachtenpanden in Amsterdam zijn ontstaan/gegroeid
• hoe de omgeving rond Amsterdam is veranderd
  

aantekeningen

Kooplieden lieten grachtenpanden bouwen

Hier woonden ze met hun gezin, én
bewaarden ze hun kostbare handelswaar

Grachtenpanden

De prachtige panden uit die tijd staan er ]nog. Tegenwoordig komen er miljoenen toeristen naar Amsterdam voor de mooie gebouwen uit die tijd.

Kleine bootjes vervoerden goederen via de grachten naar de grachtenpanden van rijke kooplieden.

Goederen van over de hele wereld kwamen aan in Amsterdam.

Via deze balken takelden ze de goederen naar de bovenste verdiepingen van grachtenpanden, waar spullen werden bewaard. 

Als je naar de huizen kijkt zie je dat ze vaak smal zijn. Je moest in die tijd belasting betalen over hoe breed je huis was.

In de Gouden Eeuw komt 

er meer bevolking in de Republiek

in de Gouden Eeuw komt er meer bevolking in de Republiek

Meer bevolking betekent ook:

• Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

• Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.

Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster

zelfstandig werken

lezen paragraaf 2 Grachtenpanden + een grote verandering
maken opdracht 5 t/m 8 paragraaf 2 H1
gebruik hierbij:
tekstboek blz.10
werkboek blz. 10/11/12
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je  wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Zoek de 4 verschillen. Sleep de rondjes naar de verschillen in de afbeelding rechts.

herhalen/nabespreken

Waarom werden grachtenpanden vaak smal gebouwd?

1. Het was moeilijk aan veel bakstenen te komen
2. Mensen hadden vaak niet genoeg geld voor grote huizen
3. Omdat je belasting betaalde over de breedte van je huis
4. Er was in de stad Amsterdam weinig plek om te bouwen

Waarom werd o.a. de Beemster ingepolderd?

1. om meer grachten met huizen te bouwen
2. om meer voedsel te verbouwen
3. om goedkopere huizen te bouwen
4. om minder overstromingen te hebben