A-geel: technologie: Taak 5: schrijf een tekst (wk 19, les 1)

Taak 5
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Je gaat schrijven over de toekomst. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerroute 1Leerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Taak 5
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Je gaat schrijven over de toekomst. 

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent 'de toekomst'?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe ziet de wereld er uit over 100 jaar?

Slide 3 - Carte mentale

Nu
De toekomst

Slide 4 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 5 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 6 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Opdracht 
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Gebruik de volgende vragen:
Gebruikt iedereen over 100 jaar robots?
Wat kunnen die robots dan allemaal?
Gebruiken we dan nog computers?
Hoe wonen we?
Hoe reizen we?
Hoe ziet de de school eruit?

Slide 9 - Diapositive

Tekst schrijven
Wat is belangrijk bij een tekst schrijven?
Elke tekst heeft een
                       Titel 
inleiding - middenstuk - slot.

Let op je spelling!
Let op je leestekens!

Slide 10 - Diapositive

De opdracht
De opdracht maak je in Teams.
Kijk bij thema technologie, taak 5. 



Slide 11 - Diapositive

Vertellen
Vertel over je tekst. 
Hoe denk jij dat de wereld eruit ziet over 100 jaar?

Slide 12 - Diapositive

Pak een wisbordje

Slide 13 - Diapositive

Maak een zin met:

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig werken
Disk 
thema technologie

Klaar? Werk aan grammatica.

Slide 15 - Diapositive

de robot-hond
Op de volgende bladzijde kijk je een filmpje. Het is een wedstrijd tussen:






                              een echte hond                                              een robothond            






Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Wat is de naam van de echte hond?
A
Ibo
B
Bas
C
Rakker
D
Botje

Slide 18 - Quiz


Wat is goed?
A
De echte hond gaat eten.
B
De robothond gaat eten.
C
De echte hond kan praten
D
De robothond kan praten

Slide 19 - Quiz

De echte hond heeft zachte haren.
De mevrouw zegt: ik kan de hond lekker...
A
haaien
B
aaien
C
paaien
D
snaaien

Slide 20 - Quiz

Taboe

Slide 21 - Diapositive