O5: technologie: Taak 5: schrijf een tekst (les 4)

Taak 5
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Je gaat schrijven over de toekomst. 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerroute 1Leerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Taak 5
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Je gaat schrijven over de toekomst. 

Slide 1 - Diapositive

Nieuwe woorden

Slide 2 - Diapositive

Bestudeer de woordenlijst
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent 'de toekomst'?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe ziet de wereld er uit over 100 jaar?

Slide 5 - Carte mentale

Nu
De toekomst

Slide 6 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 7 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 8 - Diapositive

Nu
Toekomst

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Opdracht 
Schrijf op hoe de wereld er over 100 jaar uitziet.

Gebruik de volgende vragen:
Gebruikt iedereen over 100 jaar robots?
Wat kunnen die robots dan allemaal?
Gebruiken we dan nog computers?
Hoe wonen we?
Hoe reizen we?
Hoe ziet de de school eruit?

Slide 11 - Diapositive

Tekst schrijven
Wat is belangrijk bij een tekst schrijven?
Elke tekst heeft een
                       Titel 
inleiding - middenstuk - slot.

Let op je spelling!
Let op je leestekens!

Slide 12 - Diapositive

De opdracht
De opdracht maak je in Teams.
Kijk bij thema technologie, taak 5. 



Slide 13 - Diapositive

Vertellen
Vertel over je tekst. 
Hoe denk jij dat de wereld eruit ziet over 100 jaar?

Slide 14 - Diapositive

Pak een wisbordje

Slide 15 - Diapositive

Maak een zin met:

Slide 16 - Diapositive

DISK
Samen maken opdr. 5 

Zelf maken opdr. 7, 8

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
Disk 
thema technologie

Klaar? Werk aan grammatica.

Slide 18 - Diapositive

Kijk naar de video en beantwoord de vragen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

de robot-hond
Op de volgende bladzijde kijk je een filmpje. Het is een wedstrijd tussen:






                              een echte hond                                              een robothond            






Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wat is de naam van de echte hond?
A
Ibo
B
Bas
C
Rakker
D
Botje

Slide 23 - Quiz


Wat is goed?
A
De echte hond gaat eten.
B
De robothond gaat eten.
C
De echte hond kan praten
D
De robothond kan praten

Slide 24 - Quiz

De echte hond heeft zachte haren.
De mevrouw zegt: ik kan de hond lekker...
A
haaien
B
aaien
C
paaien
D
snaaien

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Lien

Taboe

Slide 27 - Diapositive