Bekijk de werkwijzer voor de leerdoelen (kennen & kunnen), overzicht begrippen,
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Repetitie H.2
Groep 1G2 - Maandag 15 maart (op school)
Groep 1G1 - Donderdag 18 maart (op school)
Bekijk de werkwijzer voor de leerdoelen (kennen & kunnen), overzicht begrippen,
Slide 1 - Diapositive
Herhaling par 3 en 4
Voor de groep thuis;
Neem deze LessonUp zelfstandig door.
Aan het einde van het lesuur kun je mij vragen stellen via Teams.
Deze LessonUp kun je later nog weer terug lezen.
Slide 2 - Diapositive
Paragraaf 3
Breedteligging heeft invloed op de temperatuur.
Vanwege verschillende temperaturen, zijn er verschillende landschappen!
Op hoge breedte:
- landijs en zee-ijs (pakijs en drijfijs)
- toendra
- taiga
Op gematigde breedte:
- loofbos
Slide 3 - Diapositive
Hoge breedte
Gebieden op hoge breedte;
- ver van de Evenaar
- lage(re) temperaturen omdat
->
1. langere afstand zonnestralen
2. groter oppervlakte verwarmen
Slide 4 - Diapositive
Landijs/zee-ijs
Poolgebied: hele jaar minder dan 0°C.
- Op land: landijs
- Zee-ijs: pakijs en drijfijs
- Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de hoeveelheid landijs.
Slide 5 - Diapositive
Toendra
Toendra: landschap grenzend aan poolgebied
Geen bomen (boven boomgrens)
Mossen, grassen, lage struikjes
Altijd kouder dan 10°C.
Permafrost: bodem die altijd bevroren is.
Slide 6 - Diapositive
Taiga (B86)
Taiga: landschap grenzend aan de toendra
- Noord-Scandinavië, Canada en Rusland
- ‘s zomers > 10°C
- naaldbossen
Slide 7 - Diapositive
Als je reist van Stockholm naar de Noordpool, kom je onderweg tegen:
- Naaldbos (taiga)
- Toendra
- Zee-ijs
- Landijs
Slide 8 - Diapositive
Welk landschap zie je op deze foto?
A
Savanne
B
Toendra
C
Taiga
D
Land- en zee-ijs
Slide 9 - Quiz
Smeltend ijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Welk ijs?
A
Landijs
B
Zee-ijs
C
Land- en zee-ijs
D
Geen van beide
Slide 10 - Quiz
In de leefgebieden van de Inuit verdwijnen soms hele stukken van de kust in zee. Door welke processen wordt dit veroorzaakt.
A
De uitstoot van methaan en olie- en gaswinning.
B
Het smelten van zee-ijs en toenemende bebouwing.
C
Het verdwijnen van de permafrost en toenemende bebouwing.
D
Het smelten van zee-ijs en het verdwijnen van de permafrost.
Slide 11 - Quiz
Tussen welke landschappen vind je de boomgrens?
A
Toendra en Zee-ijs
B
Taiga en Loofbos
C
Loofbos en Landijs
D
Taiga en Toendra
Slide 12 - Quiz
Loofbos (B85)
Op gematigde breedte vindt je loofbossen (bv. NL).
- Warm genoeg voor bomen met bladeren
- Ga je verder richting hoge breedte, dan hier te koud voor loofbomen = loofboomgordel
(denk ook aan hoogtegordels op een berg)
Slide 13 - Diapositive
De grens tussen loofbossen en naaldbossen (taiga) is niet heel duidelijk. Zie foto. Hoe noemen we deze bossen? (B86)
A
Loofbos
B
Naaldbos
C
Boomgrens
D
Gemengd bos
Slide 14 - Quiz
Paragraaf 4
Niet alleen breedteligging, maar ook hoogteligging heeft invloed op de temperatuur.
Op aarde zijn gebieden met reliëf (= hoogteverschillen).
In deze berggebieden kom je, vanwege verschillende temperaturen, verschillende hoogtegordels tegen.
Slide 15 - Diapositive
Wat is een hoogtegordel?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de juiste volgorde van hoogtegordels, van onder naar boven? 1. loofboomgordel 2. naaldboomgordel 3. rotsgordel 4. eeuwige sneeuw 5. alpenweide
A
1 - 2 - 3 - 4 -5
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5
C
5 - 2 - 1 - 3 - 4
D
1 - 2 - 5 - 3 - 4
Slide 17 - Quiz
De alpenweiden zijn 's zomers begroeid met gras, 's winters ligt er sneeuw
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Met hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000 meter omhoog gaat in de bergen?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Bekijk de vorige afbeelding. Gebruik figuur 20 in je leerboek. a. Wat betekent de blauwe kleur in de legenda? b. Leg uit waarom deze toeristische bestemming niet in het noorden van Zwitserland voorkomt.
Slide 21 - Question ouverte
Aan de slag!
Leer voor de repetitie
- Gebruik de samenvatting (op Teams)
- Maak flashcards
- Leg de leerstof in je eigen woorden uit (aan iemand anders)
Vergeet vooral ook de basisboeknummers niet te leren!