Les 6 Sprookje en spelling V1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Sprookje en spelling

Les 6 - V1

Bezitsvormen (herhaling) + kort sprookje schrijven

Aan het einde van deze les...

... weet je de drie regels voor het schrijven van bezitsvormen.

...kun je deze regels van de bezitsvormen en meervoudsvormen gebruiken in jouw sprookje.

...kun je een kort sprookje schrijven met correcte meervoudsvormen/bezitsvormen.

Herhaling regels bezitsvormen

Blz. 244 en 245 uit Op Niveau.

Regels bezitsvormen, blz. 244 en 245 uit Op Niveau

Leren!

Regel 1:

De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord (znw) maak je meestal door er een -s achter te zetten.

Okkes viool, Sarahs droom, Cornés broodje.

Regel 2:

Je schrijft geen -s eraan vast als het znw eindigt op een lange klinker of een -y.

Conny's saté, Paolo's laptop, Shelley's huiswerk.

Regel 3:

Je schrijft geen -s eraan vast als het znw eindig op een sisklank. Je schrijft dan alleen een apostrof.

Lex' huisje, Maurice' hond, Lies'  huiswerk.

Regel 2. Bezitsvormen (extra uitleg)

Je schrijft geen -s eraan vast als het znw eindigt op een lange klinker of een -y.

Klinkers = a, e, i, o en u. Hoor je lange klinkers? Dan schrijf je een apostrof en -s, zoals bij Paolo's tas of Barcelona's strand.

Aan de slag! Quiz!

Opdracht 5, blz. 245 Op Niveau (herhaling).

1. De bezitsvorm van '(Rutte) kabinet' is...

1. Ruttes' kabinet
2. Ruttes kabbinet
3. Ruttes kabinet
4. Rutte' kabinet

2. De bezitsvorm van '(Pelle) bagagedrager' is...

1. Pelle' bagagedrager
2. Pelles bagagedrager
3. Pelle bagagedrager
4. Pelle's bagagedrager

3. De bezitsvorm van '(Den Bosch) marktplein' is.

1. Den Boschs marktplein
2. Den Bosch' marktplein
3. Den Bosches marktplein
4. Den Bosch's marktplein

4. De bezitsvorm van '(Leah) pony' is...

1. Leahs pony
2. Leah's pony
3. Leah' pony
4. Leahses pony

5. De bezitsvorm van '(Carré) garderobe' is...

1. carrés garderobe
2. carres garderobe
3. carrés garderobe
4. Carrés garderobe

6. De bezitsvorm van '(Davy) tip'...

1. Davys tip
2. Davy's tip
3. Davies tip
4. Davys's tip

7. De bezitsvorm van '(Kaj) terriër' is...

1. Kajs terriër
2. Kaj's terrier
3. Kaj's terriër
4. Kays terriër

8. De bezitsvorm van (Esmée) appel is...

1. Esmées appel
2. Esmée's appel
3. Esmées' appel
4. Esmés appel

9. De bezitsvorm van '(chocola) positieve effect'...

1. chocolas positieve effect
2. chocolades positieve effect
3. chocola' positieve effect
4. chocola's positieve effect

10. De bezitsvorm van '(Maurice) gitaar' is...

1. Maurices gitaar
2. Maurice' gitaar
3. Maurices's gitaar
4. Mauric gitaar

Opbouw van een sprookje

Een sprookje schrijven doe je zo...

Titel: hoe heet jouw sprookje? Is de titel pakkend, spannend en kort?
Moraal: wat wil je de lezer als wijze les meegeven?

Inleiding: introduceer alle personages (koningen, draken etc.). Beschrijf het uiterlijk en het karakter.
Middenstuk: waar gaat het verhaal over? Denk aan avontuur!
Slot: hoe loopt het verhaal af? Wint 'het goede' of 'het kwaad'?

Op de eindtoets krijg je de eerste en de laatste zin!
Gebruik veel fantasie!

Aan de slag!

Wat?

Hoe?

Overleg?

Daarna?

Tijd?

Schrijf een kort en griezelig sprookje (max. 200 woorden).

Gebruik daarin de meervoudsvormen van:

- fee

- heks

De bezitsvormen van:

- Sarah

- Lex

In Word.

Zachtjes praten.

Sprookje opslaan in map Nederlands. Een sprookje wordt gekozen om voor te lezen de volgende les.

Einde les

Vooruitblik vrijdag:

• Literatuur en fictie. Lezen t/m blz. 65. Opdracht 1 mee (fictie/non-fictie, realistisch/niet-realistisch)
  
• Aan de slag met Wonder!